Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Allerlei gedichten van Goethe circuleerden in handschrift, en werden druk besproken, evenals sommige misschien wat grove satyres, o. a. het stuk over Wieland, Grieken en Goden, waarin hij dezen dichter voorhield dat de Helden en de Goden, die hij met groote vruchtbaarheid voortbracht, in hun hart eigenlijk verwijfde, laat-achttiend'eeuwsche jonge Duitschers waren, en diens droomen liet verontrusten door de verschijning van sapvollen Hercules, die vijfentwintig jongens in één nacht verwekte.... Goethes brieven, die zijn hemelstormende veelzijdigheid nog het best deden uitkomen, werden in gezelschappen wat in dien tijd niet vreemd was onder groote aandacht voorgelezen.

Lolonois sprong met vijfentwintig zijner getrouwste mannen aan boord van het admiraalschip. Hoewel de manschappen zich moedig verdedigden drong hij de Spanjaarden terug en eer een kwartier verloopen was daalde de admiraalsvlag en wapperde op het fregat de roode vlag der Boekaniers van den grooten mast.

Bovendien moesten zij hem terstond bericht zenden, als de kapitein in zee zou steken. Hij zelf zou met de overigen buiten de haven in de boot op hen wachten en met hun hulp aan boord komen. Met de rest zou het dan verder wel rondloopen, voegde hij er bij. Toen gaf hij een wenk en de vijfentwintig mannen verlieten onmiddellijk het gebouw.

Mientje, mag 'k jou nog 's 'n sandwich presenteeren? Hemel, ik dank je wel, ik heb er geloof ik, al vijfentwintig gegeten.... Excusez du peu! Ik moet ook trouwens naar huis. Hemel, 't is al half zes. Hemel! 't is al half zes! riepen Gerrie en Emilie.

Om die vrienden te behagen vormden zij een gezelschap van misschien vijfentwintig personen, die elkaar minstens tweemaal in de maand op een afgesproken plaats ontmoetten; dan zeide elk zijn verlangen en zij voldeden hieraan met spoed. Met die twee zijn Buffalmacco en ik bijzonder bevriend en wij zijn in dit gezelschap.

Niet minder dan vijfentwintig ballons stegen gedurende het beleg op, die postduiven met zich medevoerden, om met berichten aan de regeering in de stad terug te keeren. Zoo bleef de gemeenschap tusschen de belegerde hoofdstad en het overige Frankrijk bewaard.

Niet waar, je hebt allemaal van die buien als je nog jong bent.... Ik kende de "Nieuwe Gids" dus wel, en wist wel wat de beweging beteekende, maar ik heb er mij pas goed ingewerkt toen ik vijfentwintig of zesentwintig jaar was, getrouwd, en toen de boeken verschenen van de menschen die vroeger in de Nieuwe Gids hadden gewerkt: de Verzamelde Opstellen van Van Deijssel en de boeken van Van Looy.

Het was overigens geen vroolijke tijd bij hen thuis; Ant, die al naar de vijfentwintig liep, had voor het eerst van haar leven een soort verkeering, een vrijerij van niet-en-graag, zooals de moeder zei, met een beurtschipper op Duitschland, die elke twee weken één dag daar aan den wal lag, dien dag uit hun keuken niet was weg te slaan en de verdere veertien dagen niets van zich hooren liet.

"Victor Hugo?" zeide hij, den klemtoon op de eerste lettergreep leggende en met een uitspraak alsof er, in plaats van ééne Fransche, vijfentwintig goede Hollandsche G's in den naam geweest waren. "Ik dacht dat die man niets dan ijselijkheden schreef. Ik heb in de Letteroefeningen, dunkt mij ... , dat ontschiet me ... Ik dacht dat het zoo'n bloederig man was."

De persoon nu in questie, uit Darmstadt aangevoerd, was de Heer Van Aartheim, een jongmensch van omtrent vijfentwintig jaren. Hij had een heel gunstig voorkomen en eene fiksche houding, zonder dat evenwel de natuur, hem voortbrengende, gezegd kon worden, hem met angstige naauwkeurigheid naar 't model van den Apollo van Belvedére te hebben gevormd.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek