United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoor hoe op elk van die woorden een klemtoon valt, die de tranen moet losmaken en het pathetische rekt en één moment van droefheid gelijkelijk op al de woorden van een gesprek laat wegen. "Och ja, Lodewyk," zegt de dochter van den gevangen grijsaard, "ik wachtte zoo angstig na uwe komst; hadt gy hier geweest zou ik mynen vader wel in de gevangenis mogen troosten hebben."

»Hij heeft net een bord lekkere, sterke bouillon gehad mijnheerantwoordde juffrouw Bedwin, haar hoofd een beetje in de hoogte stekend en met een scherpen klemtoon op het laatste woord, als om aan te toonen, dat er tusschen een slap drankje en goed getrokken bouillon niet de minste verwantschap of overeenkomst bestond. »Brrzeide Mr.

En de groote omfloersde oogen keken smeekend omhoog. "Genade!" mompelde ook Eginhard en boog de knie. De keizer bleef eerst zwijgen. Toen begon hij te spreken, eerst streng en ernstig, doch geleidelijk, door het snikken van zijn innig geliefd kind, werden zijn woorden zachter. "Daar gij elkaar bemint hij legde bijzonder den klemtoon op dit woord wil ik u niet scheiden.

Even zoo Hugo, Huge, in tweeden-naamval Huges, met sen er achter: Hugessen. Uit deze samenstelling blijkt ook dat men de stemsate of klemtoon by 't uitspreken dezer namen niet op den tweeden lettergreep moet laten rusten, zoo als dikwijls geschiedt. De geest onzer taal eischt dat de volle klemtoon op den eersten lettergreep valle.

Zoo b.v. legden zij nog ten tijde van Shakespeare, op Fransche wijze, den klemtoon op de eindsyllabe der woorden, en zeiden zij b.v. niet, zooals zij heden ten dage doen, afféction, maar affectión, niet afflíction maar afflictión.

In het oorspronkelijke is deze regelmatigheid, of als men wil eentonigheid, nog iets grooter, daar al deze regels er met een staande lettergreep eindigen; trouwens bij Marlowe vindt men nagenoeg geen enkelen slepend of vrouwelijk eindigenden regel dan in geval het slotwoord een eigennaam is, die den klemtoon op de voorlaatste lettergreep heeft; bovendien is de rust in nagenoeg elken regel onmiddellijk achter den tweeden voet.

Een zin wordt soms gevormd door één woord, met behulp van allerlei voor- en achtervoegsels; er zijn er veertien, die alle een verschillende verbuiging vragen. De u wordt als oe uitgesproken, en de klemtoon valt altijd op den eersten lettergreep.

"Nu goed, veronderstel, dat ik het deed," antwoordde zij; "maar weet ge, hoe het dan zou gaan? Dit kan ik je nauwkeurig vooruit zeggen." En een booze blik verving de zooeven nog zachte uitdrukking in haar oogen: "O! gij bemint een ander en houdt met hem een misdadigen omgang!" zeide zij haar man nabootsend en legde den klemtoon op het woord "misdadig."

"Victor Hugo?" zeide hij, den klemtoon op de eerste lettergreep leggende en met een uitspraak alsof er, in plaats van ééne Fransche, vijfentwintig goede Hollandsche G's in den naam geweest waren. "Ik dacht dat die man niets dan ijselijkheden schreef. Ik heb in de Letteroefeningen, dunkt mij ... , dat ontschiet me ... Ik dacht dat het zoo'n bloederig man was."

"Wat is dat vandaag een heerlijke dag," zeide de staatsman, den klemtoon op het woord heerlijk leggend. Dat allen hem uitlachten, wist Karenin; maar hij had van hen ook niets anders dan vijandschap verwacht en was daaraan gewoon. Eindelijk zag hij de scherp uitstekende schouders van gravin Lydia, die juist de deur uitkwam en met haar schoone, heldere oogen hem zocht.