United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na de overwinning der Fransch-Piëmontsche wapenen op de Oostenrijkers bij Magenta in 1859 vereeuwigd in het prachtige ruiterstandbeeld op het reusachtige Domplein, een der schoonste van Europa, dat Victor Emanuel II voorstelt midden in het gevecht, zijn paard inhoudend om bevelen uit te deelen heeft de stad, bevrijd van het vreemde juk, zich snel ontwikkeld tot een centrum van handel en nijverheid.

Als men nog maar de kracht had om hem te volgen, kon hij alleen hen nog redden. In de achterhoede marcheerde thans de generaal Victor met vijftien duizend man; de voorhoede van vijfduizend man, onder Oudinot, was reeds tot aan de Berezina genaderd; de Keizer bevond zich tusschen beiden in met zevenduizend man, veertigduizend achterblijvers en een langen sleep van voertuigen en artillerie.

Het is waar, dat onder de nu heerschende voorwaarden eenige enkele menschen die een eigen vermogen hadden, als Byron, Shelley, Browning, Victor Hugo, Baudelaire en anderen, in staat zijn geweest hun persoonlijkheid min of meer volkomen te verwerkelijken. Niemand van hen heeft ooit een enkelen dag gewerkt voor loon. Zij waren gevrijwaard voor armoede. Zij hadden een onberekenbaar gunstige positie.

Wat, heb, ezel? VICTOR, blijde. Ai, ai, daar hangt Absolon met zijn lang haar! DE MEESTER, vergramd. Frans, gij zult noenoveral blijven bakken. 'k Zal u leeren papier knauwen! Nu zult gij dezen noen niets te knauwen hebben. Victor! spel het laatste woord eens. VICTOR, tot Edward. Wat is het laatste woord? Gaat gij het zeggen, of ik geef u eenen neep. EDWARD. Neen, nu zeg ik het niet, zie na!

VICTOR, zijn hoofd onder de tafel uitstekende. Zeven: hoovaardigheid, gulzigheid, luiheid, nijd.... De MEESTER. Houd op, ketter! Dat weet nog niet, hoeveel Goden dat er zijn. Gaat gij van onder de tafel komen? Wat doet gij daar weer? EDWARD. Zij spelen met de marbollen in de drie puttekens, meester! FRANS. Neen, wel, meester, ze doen klontjen-trek en witbier-zet met krieksteenen!

Meer dan eens heeft de vorige eeuw getracht de Ridderromantiek der Middeleeuwen weer tot een kunstmatig leven op te wekken. Eerst de Duitse romantici met hun Heinrich von Offerdingen en Barbarossa, de Genoveva van Tieck en de Tempeliers van Werner; daarna Walter Scott met zijn Ivanhoe en Victor Hugo met zijn Burggraven; gelijk in Denemarken Ingemann met zijn Otto en Jonkvrouw Inge.

Hij voelde dat, zoodra hij alleen was, hij het portret zoû bezien. En hij huiverde voor de zekerheid. Toen de knecht koffie en cigaretten gebracht had, wegging, had Dorian grooten lust hem te zeggen te blijven. En toen hij de deur achter zich sloot, riep hij hem terug. De man stond weêr vóór hem. Dorian zag hem aan. Ik ben vandaag voor niemand thuis, Victor, sprak hij met een zucht.

En zou naast en boven De Barante niet vooral Victor Hugo's Notre Dame de Paris voor de meesten het beeld van die tijden vertegenwoordigd hebben? Het beeld, dat daaruit oprees, was fel en duister.

"Spreek, spreek, Pieter, ik beveel het u!" viel mevrouw in. "Wel, mevrouw, de cholera-morbus is hiernaast, bij mijnheer Tesseniers; zijn zoon Victor is reeds dood, en dezen morgen zeide hij mij nog goeden dag!" Dit schrikkelijk nieuws jaagde de liefde der wereld uit het hart van mevrouw Van Valburg, om het gansch met de ontwaakte moederliefde te vervullen.

Niemand zoû ooit het gruwelijke ding zien, geen oog zijne schande aanschouwen. Terug in de bibliotheek, zag hij, dat het juist vijf uur was, dat de thee al klaar stond. Er lag een briefje van Lord Henry, daarnaast een boek in gelen band, de omslag half gescheurd, hier en daar gevlekt. Een blad van de derde editie van de St. James Gazette lag op het theeblad. Victor was klaarblijkelijk terug.