Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Uw einde is nabij." Met moeite bedwong Dingaan zijn toorn, en bulderde: »Weg met de verrader! Hij worde onmiddellik ter dood gevoerd!" Panda nam het woord, blijkbaar bedeesd en ten diepste geroerd: »Koninklike broeder!" riep hij uit, »verleen Manondo genade. Spaar zijn leven, ter wille van Mnande, uw moeder, die zijn zuster was."
Dus, in 't uur van den nacht, Eer de sluimring al zacht Aan mijn eenzame sponde mij kluistert, Rijst in vriendelijk licht Mij 't verleên voor 't gezicht, En de stem der Herinnering fluistert! Liefste, ga meê, Over de zee! Volg, waar ge wilt, mij naar heuvel en dal! Wissle de wind, Hij die bemint, Kent geen saizoenen, en mint overal.
Daarom, al wat mij griefde zij vergeten; Mijn wrok vervloog; ik roep u weer terug. Uw onbetwistb're waarde geeft u aanspraak Op nieuwen rang; dies zeg ik: Valentijn, Gij zijt een edelman van besten bloede; Neem gij uw Silvia, want gij zijt haar waard. VALENTIJN. Ik dank u, vorst, uw gift maakt mij gelukkig. Ik bid u thans, ter wille van uw dochter, Verleen mij ééne gunst, die ik u vraag.
"Waarom?" vroeg Musette, wier oogen bijna dicht vielen; "ik ben heusch niet bang; en dan zijn er toch twee kamers, ik zal op je canapé gaan slapen." "Mijn canapé is te hard, om erop te slapen; het lijkt wel, of hij met keisteenen opgemaakt is. Ik verleen u gastvrijheid bij mij en ga die vragen aan een vriend, die hier op dezelfde verdieping woont .... dat is verstandiger.
"Waarlijk Graaf, ik versta niet waarom gij altijd het geringe volk tegen de Edelen voorstaat. Zal die Vlaming zich beroemen dat hij een Franse ridder ongestraft gehoond heeft? En zegt gij het, Mijne heren, heeft hij de dood niet verdiend?" "Mijnheer De Valois ," antwoordde De St.-Pol, "verleen mijn broeder de kleine vertroosting, die Vlaming te zien hangen.
"Neen", antwoordde de oude priester nijdig, "ik verleen nooit iemand een schuilplaats. In gindsche vallei zult gij een gehucht vinden; zoek daar een schuilplaats voor één nacht." Met deze tamelijk onbeleefde woorden vertrok Muso, en toen hij het gehucht bereikt had, werd hij gastvrij opgenomen in de woning van het dorpshoofd.
Wees in 't bont bivak der waereld, Wees in 's levens worstelperk, Niet als slachtvee, dom en weêrloos, Maar als helden, fier en sterk! Bouw niet op de schoone Toekomst: 't Dood verleên begraav' zijn doôn! Zwoeg en ploeg in 't levend Heden, En verwacht van God de kroon!
Luister: "Werd op Sipylos' gebergte, In den tijd van 't grijs verleên, Tot heur straf Amphion's gade, Niobé, verkeerd in steen; Is weleer Pandion's dochter, In 't onmeetlijk ruim der lucht, Als een vluggewiekte zwaluw, Theseus wrekend zwaard ontvlucht; Ik, ik wilde uw spiegel wezen, Opdat mij ten allen tijd', 't Harte door uw hemelsche oogen Werd gekoesterd en verblijd!
Zijn zij heen? Zij zijn heen. Zij ontsnelden den wind Als een woord zoo gezwind. Doch waarheen, o waarheen? Naar het donkere, doode verleên. Lichtwolke' in den hemel, Dauwsterren op de aarde, De zeeën vol baren; En al dat gewemel Drijft stormwind van wellust, verbijstering blij! Vreugd trilt door hun scharen, Ten reidans vergaarde, Maar waar zijt gij?
Maar indien gij wilt, dat ik die heldendaad onderneem, verleen mij dan gastvrijheid in een goede herberg, voorzie mij van een overvloed van wijn en brandewijn, vet schapenvleesch en goed wit brood; misschien, dat ik dan weer mijn krachten terug krijg. Ik zal het u doen weten, zoodra ik mij in staat voel een tweegevecht aan te gaan."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek