United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zit op zijn hooge kruk te popelen van ongeduld. "'t Is juist een kolfje naar mijn hand," denkt hij, "en als hij door de mand valt, zal ik hem nog eens ferm de huid volschelden," zegt hij in stilte. "Laat Janus eens even hier komen; waar is hij?" zegt de heer Verhagen, die voor zijn bureau zit. "Hij zit in de keuken zijn boterham te eten, meneer." "Roep hem hier!"

De procureur ziet hem van ter zijde aan en denkt: "Je schijnt met al de omstandigheden goed bekend"; maar toch vraagt hij met een zeker wantrouwen in zijn stem: "Heeft u de oproeping in het Handelsblad gelezen?" Strijkman spert zóó verwonderd zijn oogen open en zet zoo'n dom eerlijk gezicht, dat Verhagen oogenblikkelijk overtuigd is; dat hij de oproeping niet kent.

In waarheid heeft de procureur slechts een min of meer wantrouwenden blik op de lieden vóór hem geworpen, maar zonder nog in 't minst te vermoeden welk bedrog er door hen gepleegd wordt. "Kom eens hier, Dorus," zegt de heer Verhagen. De jongen blijft staan, waar hij staat, en zoekt in zijn zakken, of hij nog rozijnen heeft. "Kom eens hier, ventje!"

Onder weg bespreken zij nog het een en ander en staan eindelijk op de stoep bij Verhagen. 't Slaat elf uren. "Ringelinggeling," klinkt de huisschel. Keesje springt op van zijn kruk en fluistert nog even tegen Van Blaak: "Daar zullen ze zijn." De procureur, die het schellen eveneens heeft gehoord, staakt de lectuur van het stuk, dat hij onder handen heeft, en zegt.

De heer Verhagen ziet hem oplettend aan en neemt een visitekaartje uit den zak, met de woorden: "Doe mij een pleizier en kom dezer dagen even bij mij. Ik ben de procureur Verhagen; ik logeer een dag of wat bij mijn neef Dankelaar: waarschijnlijk heb ik u iets zeer belangrijks mede te deelen. Dokter Abels! kan ik u strakjes even alleen spreken?" "En valse, messieurs et mesdames!

Met het vroomste gelaat van de wereld antwoordt de pandjesbaas: "Een eed? Met liefde, meneer! Met liefde! Twee zelfs!" "Dus u is er volkomen zeker van?" Verhagen fronst even de wenkbrauwen. "'k Wou, dat ik zoo zeker was van de honderdduizend, meneer." "En u, juffrouw, zou u er ook een eed op kunnen doen?" vraagt de procureur met nadruk.

Het kantoor van den procureur Verhagen was in de zijkamer van zijn huis op de Heerengracht gevestigd; de oostenwind, die vlak op de ramen stond, hield de bloemen, die de wintervorst op de ruiten had getooverd, in stand, niettegenstaande de kachel bloosde van inspanning om ze te doen verdwijnen.

"Zijn ze dit?" vraagt de procureur, terwijl hij Dorus de stukken, die op tafel liggen toereikt. Dorus ziet ze in en antwoordt: "Ja, meneer! dit is mijn geboortebewijs en de trouwakte van mijn ouders. Dien brief ken ik niet; ten minste ik herinner mij den inhoud niet." "Aha!" waagt Strijkman te zeggen. "En dit portretje," vraagt de heer Verhagen, hem de photographie voorhoudend.

Ofschoon dokter Abels zijn beschermeling in de vier jaren, die na het voorgevallene op het kantoor van den heer Verhagen verloopen waren, niet had gezien, was hij met hem in voortdurende briefwisseling geweest en daardoor op de hoogte gebleven van al zijn doen en laten.

De heer Verhagen ziet het tweetal eenige oogenblikken doordringend en zwijgend aan, vóór hij, op elk woord nadruk leggend, antwoordt: "Wie? Eenvoudig een jongmensch, iemand die zich bij mij heeft aangemeld als rechthebbende op de erfenis van..." Een vale bleekheid verspreidt zich eensklaps over Strijkmans gelaat, zijn lippen beven en zijn oogen gaan rusteloos heen en weer.