United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Oogenblikkelijk begeeft de pandjesbaas zich met de lamp in de hand naar het aangewezen meubelstuk, grabbelt in de laden en haalt er uit wat slechts eenigszins waarde heeft; eenige papieren, die in de bovenste lade bij elkander liggen, trekken zijn aandacht. Vluchtig ziet hij ze door en mompelt: "Trouwakte, geboortebewijs. Jij heet Theodorus Johan, ?" "Dorus heet ik.

In Engeland biologeert men zichzelf niet, door zich ontijdig onwijs op een geboortebewijs afgaande oud te noemen. Men suggereert oud worden noch aan zichzelf, noch aan zijn vrienden.

In onzen tijd staat het voor een Christen "gekleed" om gezien te worden in het gezelschap van zulke heidinnen, die dikwijls niets antieks hebben behalve haar geboortebewijs. Wanneer zij knap zijn, zit er per slot van rekening nog zooveel kwaad niet bij: het ergste, dat je riskeert, is dat je eens op stroo moet slapen, omdat je haar een palissanderhouten ameublement gegeven hebt.

Strijkman heeft de pampieren gehad en herkon dadelijk den jongen, begrijpt u? Dus... die... pampieren..." "Die papieren zijn volstrekt geen bewijzen, in 't minst niet." "Wâblief?" vraagt Strijkman verschrikt. "Een geboortebewijs en een trouwakte kan iedereen op het stadhuis doen lichten. Alleen de brief zou een bewijsstuk kunnen worden, wanneer..."

"Ha! daar hebben wij de paperassen," mompelde hij, terwijl hij de papieren, die hij eenmaal uit Makko's latafel had genomen, met oplettendheid bekeek. "Dat is de trouwakte hier 't geboortebewijs. Hm! wie weet, wie weet! daar is misschien een aardig stuivertje aan te verdienen. Ik heb zoo'n idee, dat ze dien Makko zoeken, omdat er hier of daar vandaan duiten voor hem losgekomen zijn.

"Zijn ze dit?" vraagt de procureur, terwijl hij Dorus de stukken, die op tafel liggen toereikt. Dorus ziet ze in en antwoordt: "Ja, meneer! dit is mijn geboortebewijs en de trouwakte van mijn ouders. Dien brief ken ik niet; ten minste ik herinner mij den inhoud niet." "Aha!" waagt Strijkman te zeggen. "En dit portretje," vraagt de heer Verhagen, hem de photographie voorhoudend.

Aäron, Joseph Negotiant, meneeren! hij haalde een vettige portefeuille uit zijn binnenzak, nam daaruit eenige, op de vouwen versleten, groezelige papieren en zei: 'n mensch kan niet te voorzichtig wezen met z'n kennismaking in den vreemde, er loopen hier veel chevaliers d'industrie, hier is m'n geboortebewijs en dit is 'n papier van den maire van mijn arondissement en daar heb je m'n verhuisbiljet naar Parijs.

Ziet uwé, hier is het geboortebewijs; dat is de trouwakte, en hier heb ik den brief en 't portretje. Asjeblieft." "Dank u." De heer Verhagen neemt de papieren aan, ziet ze vluchtig in en legt ze onder zijn bereik, naast zich, op tafel. "Is 't zoo in orde, meneer?" vraagt Strijkman. "Die papieren, ja, de zaak, neen. Zou u er een eed op kunnen doen, dat dit jongmensch de zoon is van Nicolaas Makko?"