Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


"Welnu, kanunnik, brengt gij mij eenige tijding?" vroeg hij met verdoofde stem, om niet door de over en weder gaande Kerels te worden gehoord. Ludgard knikte bevestigend. "Gij weet waar zij zijn?" "Ja; men heeft hen opgesloten; en men houdt hen gevangen in eene benedenkamer van sher Disdirs Steen, in de Moerstraat." "Hemel! zij zijn dus waarlijk in de macht van Disdir Vos!" kreet Robrecht.

Slaperigheid verdoofde nu de kleur zijner oogen, maar zijn tanden glinsterden. Zijn geheele gestalte had een aapachtige lenigheid, en licht drukten zijn teenen den vloer. Zijn gelaat was ondoorgrondelijk als dat eener mummie. Waar is hij? vroeg de Viervorst. Mannaëi antwoordde, terwijl hij met den duim iets achter hen aanwees: "Ginds! Altijd-door!" "Ik meende hem te hooren".

Binnen in 't kasteel, in de hoogte van het trappenhuis en achter de gesloten deuren, scheen een voorname stemming te heerschen. Fons hoorde slechts vage, verdoofde geluiden, alsof alles wat er daar gebeurde heel héél verre van hem af lag. 't Scheen wel of wat daar leefde en gebeurde niet tot hem kon komen.

Egbert stond te klappertanden: toen zag hij den onbekenden man het hart van zijne vrouw openen en er iets uit nemen, dat het flauwe licht der eenige kaars verdoofde en het gansche vertrek verlichtte met een schitterenden glans. Het was een fonkelende diamant, zoo zuiver van water en zoo groot als de aarde nooit had voortgebracht.

Zou hij zonder aarzelen aannemen hem te bevrijden van een bestaan, waarvan hij niet meer beliefde gediend te zijn! Zou hij dat doen, hij, Wang, de philosoof! Maar die flikkering in zijn blik verdoofde bijna onmiddellijk. Wang hernam zijn gewoon voorkomen en zag er alleen zoo mogelijk nog deftiger uit dan altijd. En daarop klonk het: »Is dat de dienst dien je van me verlangt?"

Die vraag herhaalde Paul zich onophoudlijk nu.... 't Verdoofde hem.... Hij hoorde aldoor maar de woorden van de vraag maar kon onmogelijk aan een antwoord denken.... Het werden klanken zonder zin, een hol geroep.... En aan iets andere denken kon hij ook niet meer.... Want met eentonigheid het was als de metaalklank van een hamer op een aanbeeld beukend, rythmisch, zonder rust kwam altijd weer die vraag terug: Wat dan te doen?... Meer en meer vervlotten zijn gedachten.... Hij kon ze maar niet vatten, werd er los van, bleef, versufd, maar zitten, achterover, voelde niet meer dat hij zat.... Het ging ál verder, alles..., heel ver was 't nu, en klein, en lang geleden.... Er was geen toekomst meer..., niets meer ... dan altijd daar maar zitten suffen....

Er moest op geantwoord worden. Iedere seconde wachtens maakte 't moeilijker. Maar in Pauls hoofd woelde een warreling van gedachte-beginsels, niet te vatten van ijlheid, en tezamen toch een wattige massa, die verdoofde.... Dit alleen voelde hij vrij duidelijk, dat hij het niet zeggen mocht, en 't ook niet zeggen kon, zooals het was.

Hij liet zich op de knieën vallen en smeekte reeds om genade; maar toen hij den ridder herkende, die tot teeken van geheim met den vinger op de lippen tot hem kwam, sprong hij op en riep met verdoofde stem: "Mher Sneloghe, gij hier, o, hemel! Vlucht, vlucht, de Isegrims hebben de stad overrompeld. Zij zullen de Erembalds vermoorden. Wapenknechten hebben het mij gezworen...."

De mengeling van geluiden, die, hij het opengaan van de voordeur, haar in-eens bedwelmde, verdoofde haar éene oor, zoo dat zij een inwendig aanhoudend schel gefluit hoorde, als of; wél in haar hoofd, maar toch in de verte, een lokomotief floot.

"Hij wil niet liegen," dacht zij en trad over den ouden drempel; "hij wil niets beloven, wat hij niet kan volbrengen hij bemint mij immers niet." En het licht in de stralende oogen verdoofde weder, en zij drukte de beide handen op het hart. "Ach hij bemint mij immers niet!" Zeventiende Hoofdstuk. "En gij zegt, Hendrik, mijne grootmoeder heeft die beiden te zamen gezien?"

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek