Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
VALENTIJN. Maar zeg mij, kent gij mijn jonkvrouw Silvia? FLINK. Die, waar gij zoo op staart, als zij aan tafel zit? VALENTIJN. Hebt gij dat opgemerkt? die meen ik, ja. FLINK. Neen, heer, ik ken haar niet. VALENTIJN. Wat? kent gij haar door mijn aanstaren en toch kent gij haar niet? FLINK. Is zij niet verbazend leelijk, heer?
Eglamour was waarschijnlijk ook een ander persoon; misschien had Valentijn de reis van Silvia met Eglamour en beider vertrouwelijken omgang verkeerd opgevat en zijn geliefde voor trouweloos gehouden, zoodat hij daarom bereid is, haar aan Proteus af te staan.
't Was haar horloge, haar vreeselijk horloge, dat haar zelfs uit den kelder toeriep: "Denk aan den tijd, denk aan Valentijn!" "Goed, goed, ik ga al," zei Hilda, zonder dat ze 't wist, hardop. En pas had Hilda den eersten voet verzet, om naar beneden te gaan, of de slagen hielden op. En nu meen je misschien, dat Hilda alles behalve vriendelijk was tegen Valentijn. Mis, hoor!
FLINK. En laatst werd ik bekeven, omdat ik altijd te langzaam was. VALENTIJN. Loop heen, gij! Zeg mij, kent gij jonkvrouw Silvia? FLINK. Waar uw edelheid op verliefd is? VALENTIJN. En, hoe weet gij, dat ik verliefd ben? FLINK. Hoe? wel, aan deze bijzondere kenteekenen.
Heer Valentijn, uw vader is gezond; Wat zoudt gij zeggen van een brief van huis, Vol goede tijding? VALENTIJN. Recht dankbaar, vorst, zal ik Voor ieder blij bericht van ginds mij toonen. HERTOG. Nu, kent gij Don Antonio, uwen landsman? VALENTIJN. Ja, beste vorst, ik ken dien edelman, Als hoog in waarde en aanzien, en die tevens Niet onverdiend zijn schoonen naam bezit.
HERTOG. Voorwaar, hij is, rechtvaardigt hij uw lof, De liefde waardig van een keizerin, En in eens keizers raadzaal op zijn plaats. Welnu, die edelman kwam juist tot mij, Door mannen van gezag mij aanbevolen, Om een'gen tijd te toeven aan mijn hof. Ik denk, dat u die tijding welkom is. VALENTIJN. Als iets mij hier te wenschen bleef, hij was 't. HERTOG. Zoo heet hem naar zijn waarde welkom hier.
Valentijn, moet je weten, was een arme, oude man. Bedelen deed hij niet; maar Hilda wist, hoe arm hij was en had hem dikwijls wat gegeven. Daarom kwam hij, als hij weer erg verlegen was, nog wel eens bij haar aankloppen. Maar nu kon ze toch moeilijk van tafel opstaan: dat zag haar vader niet graag. "Laat hij straks om twee uur maar terugkomen," zei ze daarom tegen den knecht.
Denk aan uw Proteus, als gij op uw reizen Iets vreemds en recht opmerkenswaardigs ziet; Indien 't u goed gaat, rijze in u de wensch, Dat ik er bij waar'; zijt gij in gevaar, Indien er ooit gevaren om u zweven, Beveel uw nood dan aan mijn heil'ge beden, Want ik wil voor u bidden, Valentijn. 17 VALENTIJN. En zeker bidden uit een liefdeboek? PROTEUS. Uit een geliefd boek, ja, zal 'k voor u bidden.
PROTEUS. Als ik van liefde sprak, gingt gij aan 't geeuwen; Ik weet, van liefdepraatjes houdt gij niet. VALENTIJN. Dat was zoo, Proteus, anders is het nu.
VALENTIJN. Mejonkvrouw en gebiedster, duizend goede morgens! O, ik wensch u goede nacht; een millioen plichtplegingen volgt. SILVIA. Heer Valentijn, mijn dienaar, u twee duizend. Hij moest haar intrest geven en zij is 't, die het hèm doet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek