Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Er blijft ons nu nog over mede te deelen, welk materiaal de ingenieur Robur gebezigd had voor de vervaardiging van zijn luchtschip eene zeer toepasselijke benaming voor de Albatros. Wat was dat toch voor stof, die zoo hard was, dat zij door het bowie-knife van den secretaris Phil Evans niet aangetast kon worden, en waarvan de president Uncle Prudent den aard niet wist aan te duiden?
"Neen, niemand!" "Waar mag de neger zijn?" was de fluisterende vraag. "Och, wat kan het ons, alles wel beschouwd, schelen?" Beiden slopen toen naar het voorschip, denkende dat Frycollin daar ergens in een hoek lag te slapen... Zij zochten, maar vonden niets! "Zou de kerel ons voorgekomen zijn?..." zei Uncle Prudent. "Dat schijnt zoo." "De drommel zal hem halen!"
Zooals men ziet, waren de beide gevangenen vooral Uncle Prudent in eene gemoedsstemming, die hen in staat zou kunnen stellen, om de meest roekelooze daden te verrichten, daden, die hunne eigene veiligheid zeer in gevaar zouden kunnen brengen.
Misschien verlangt de lezer te weten, wat er van de beruchte snuifdoos geworden is, nadat ze door Uncle Prudent buiten boord geworpen was? Die snuifdoos was in de Rivoli-straat vlak voor het huis, dat nummer 210 voert, neergekomen. Die straat was toen geheel verlaten. Den volgenden morgen werd die doos door eene eerlijke straatveegster opgeraapt, die haar naar de Prefektuur van Politie bracht.
"Wat wenscht gij te weten?" vroeg Robur met een sarcastischen glimlach op de lippen. "Waar wij zijn?" "Dat zal ik u wel niet mede te deelen hebben, niet waar?" antwoordde de ingenieur. "Maar zult gij ons dan toch zeggen, waarheen wij gaan?" vroeg de secretaris Phil Evans op zijne beurt. "Wij gaan door de ruimte." "Zal ze lang duren, die reis door de ruimte?" vroeg Uncle Prudent.
"Wat?" "Hoordet gij dien zucht niet?" "Och loop.... dat's Frycollin, die droomt." "Meent ge?" "Ik ben er zeker van," antwoordde Uncle Prudent. Daarna hernam hij: "Tusschen het oogenblik, waarin wij op weinige passen van de open plek in het park gegrepen zijn geworden, en dat, waarin wij in dit hok gesmeten zijn, zijn hoogstens twee minuten verloopen...." "Ja, hoogstens!" beaamde Phil Evans.
Wat zegt gij daarvan, oude uncle?" De laadstok-stijve uncle spreidde zijn beide armen uit, sloot in geestvervoering zijn oogen dicht, en riep: "Ik ben één van de vier! En ik zeg 't zonder snoeven, Ik rij mee met plezier Naar het bivak der boeven; En wij halen als buit, De vier broeders er uit!" "Mooi zoo! en gij, mylord?"
Zeer vele oogleden hadden zich krampachtig gesloten, om niets van het uiteinde van de ramp te zien. De voorzitter Uncle Prudent en zijn secretaris Phil Evans waren dus weer de gevangenen van Robur. Zou hij, nu hij hen weer in zijne macht had, hen andermaal in de ruimte voortvoeren en wel daarheen, waar het onmogelijk was hen te volgen? Dat was wel waarschijnlijk.
Bedenk eens wat gij voor vandaag alleen reeds aan mij en den uncle te betalen hebt." "Honderd dollars. Vijftig voor de vier doodgeschoten tramps, en vijftig voor de bevrijde Osagen." "En er zal spoedig nog meer bijkomen." "Natuurlijk, want de aanslag op de boerderij, dien wij verijdelen zullen, is ook weer een avontuur, dat vijftig kost."
Welnu, waar wij ook voet aan wal zullen zetten, zullen wij wel terechtkomen en onzen weg wel weten te vinden. Wij moeten dus ieder oogenblik van den dag of den nacht gereed zijn." "Maar...." wilde Phil Evans vragen. "Maar, wat?" "Hoe zullen wij vluchten?" "Luister," zei Uncle Prudent, met den meest mogelijken ernst en deftigheid. "Ik ben geheel gehoor," antwoordde zijn secretaris.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek