Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


En haar berouw over de ijdelheid, die haar verlokte den titel van Mevrouw na te jagen, wil ze uiten in de polka. De oude Ulrika speelt alsof ze de snaren wil stukspelen. Er is zooveel dat ze verdooven wil; 't gejammer van verarmde boeren, de vloeken van afgebeulde arbeiders, 't hoonlachen van onwillige bedienden en dan allermeest de schande! De schande, dat ze de vrouw is van een slechten man.

Ze zou nog krankzinnig worden, als ze bij dien boozen man bleef. Anna besloot de oude Ulrika mee te nemen. Ach, de oude was zoo verschrikt en zoo blij door dat besluit. Maar zij durfde waarlijk niet zoo haar huis en haar man te verlaten. Hij was in staat den grooten zwarten hond op haar af te sturen.

De weg was slecht, want 't was in Maart; maar 't deed de oude Ulrika goed weer in de oude, welbekende slee te zitten, met het oude paard er voor, dat al zooveel jaren een oude getrouwe op Berga geweest was, juist als zij zelf.

Nog anderen waren er die geloofden, dat een heer in 't zwart gekleed, in een zwarte wagen, door zwarte paarden getrokken, was komen aanrijden en hem uit de gevangenis had meêgenomen. En Löwenborg was de eenige niet, die hem in dien Kerstnacht zag. Ook op Fors was hij gezien en aan Ulrika Dillner was hij in den droom verschenen.

Ze rekenden een huishoudster ook voor een mensch daar in huis, en zouden de oude Ulrika wel een behoorlijke begrafenis geven, als ze ten minste iets hadden, om haar een kist te koopen. "Want hoe moet het toch gaan?" riep ze uit en droogde haar oogen, die telkens vol tranen schoten, "wij hebben schuld aan den boozen Sintram, en hij kan ons alles afnemen.

De weg sleepte zich voort over alle heuvels, die hij bereiken kon, kroop ze langzaam op in groote bochten, viel ze halsoverkop weer af en haastte zich dan rechtuit door 't dal om zoo gauw mogelijk weer een nieuwen heuvel te vinden om bij op te klauteren. Ze reden juist de Vestratorpsheuvel af toen de oude Ulrika plotseling zweeg, en Anna in den arm kneep.

Stel u eens voor, dat er eens iets verschrikkelijks b. v. hij, wiens naam men niet noemen mag, uit dien donkren hoek daar te voorschijn kwam. Wie was veilig voor hem? Hij verscheen niet alleen voor de boozen. Had niet Ulrika Dillner hem gezien? Zij en Anna Stjärnhök konden vertellen hoe ze hem gezien hadden. Vrienden, menschenkindren! Gij die danst en lacht.

En de oude dames zinken neer in de leuningstoelen in de zaal en leunen hun eerwaardige hoofden tegen de hooge leuningen, maar de gravin en Anna Stjärnhök gaan naar het blauwe kabinet en doen elkaar eindelooze vertrouwelijke mededeelingen. Daar zitten ze ook den zondag, nadat Anna Stjärnhök de oude Ulrika Dillner naar Borg terug heeft gehaald.

Stond dan een kind, dat naar de sprookjesvertelster geluisterd had, of naar de daglooners, of naar de oude heeren 's wintersavonds voor 't venster, dan waren 't geen wolken, die het aan den horizont zag, maar de kavaliers, die daar voort joegen in hun oude kariolen; de sterren waren kaarsen, die in de oude gravenburcht op Borg brandden en bij 't spinnewiel, dat in de kamer naast hem snorde, zat de oude Ulrika Dillner.

"Je zult zien, nu hooren we zijn bellen gauw, we hooren ze, eer we op den volgenden heuvel zijn." En terwijl de oude Disa op den top van den Elofsheuvel even uitblies, hoorde men 't geluid van bellen beneden uit het dal komen. Nu werd de arme Ulrika weer radeloos van angst. Ze jammerde en schreide, zooals kort geleden in de zaal op Fors.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek