United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alexander, te zwak om aan het Fransche leger het hoofd te bieden, moest in aller ijl het beleg opbreken en wendde zijne macht tegen Doornik. Anjou voorzag de stad Kamerijk van levensmiddelen en versterkte haar garnizoen; doch daarmee meende hij ook genoeg gedaan te hebben. Hij dankte zijn leger af, de cavaliers keerden grootendeels naar Frankrijk terug, het voetvolk trad in dienst der Staten.

Hij trad op Isolde toe, nam haar bij de hand en voerde haar naar haren vader, wien hij met ontroerde stem om zijnen zegen smeekte. Terwijl hij dit deed, scheen het of eene weldadige kalmte zich over zijn gansche wezen verspreidde, die de stormen in zijn gemoed deed bedaren en hem vertrouwen schonk op de toekomst.

Eindelijk trad Neithotep de opperpriester nader, leidde den prins, die nog in twijfel stond, tot zijn vader, legde beider handen inéen en smeekte met luider stem den zegen der goden af over het koninklijke huis. Terwijl hij sprak, knielden de Egyptenaren met opgehevene handen neder.

Wanneer ge niet oogenblikkelijk maakt dat ge weg komt, zal ik je een handje helpen! Ik trad op hem toe, en zeide: Hoor eens, nu maakt ge het toch wat al te bont; gij noemt mij een ezel! Wanneer gij geen eerbied hebt voor de afkomst van een Scheriff, dan verlang ik dien toch tenminste voor mijn persoon. Wanneer gij mij dien weigert, dat zal ik mij dien wel weten te verschaffen.

Terwijl de Sakser in deze smartelijke overwegingen verdiept was, ging de deur van hunne gevangenis open en er trad een huishofmeester binnen, met den witten staf van zijn ambt in de hand.

Woedend over dezen uitval trok Heer Key zijn zwaard, om den jongeling voor zijn overmoed te straffen, maar Gareth was hem vóór en eer Key wist, wat er geschiedde, werd hij uit het zadel gelicht en lag hij languit op den grond. Terwijl Gareth vol voldoening op hem neerzag, trad er iemand tusschen de struiken te voorschijn. Het was Heer Lanceloet, die van daar uit het gevecht had gadegeslagen.

Het zal hem herinnerd worden. 't Was twee uren na den middag. Wessels zat weer buiten. Doortje was aan den arbeid. "Hoe gaat het, baas Wessels?" vraagde een livreibediende, die van achter het boonrijs te voorschijn trad. "Nog al zoo'n gangetje," antwoordde Wessels, die, den knecht niet herkennende, de wedervraag deed: "Wie bin ie?"

Rud-didet trad thans zelf de kamer binnen en hoorde eveneens de geluiden, doch kon de plaats, vanwaar zij kwamen, niet direct vinden. Ten laatste legde zij haar oor tegen den zak, welke de gerst bevatte en bevond, dat het geluid hieruit kwam.

Hij gaf zijn paard de sporen en toen hij uit de acaciaboschjes van den tuin te voorschijn trad, zag hij een met drie paarden bespannen voertuig, waarin een in zijn pels gewikkeld heer zat, den straatweg afkomen. "Ha! dat is een aangename gast, daar ben ik mede in mijn schik!" riep hij uit, toen hij Stipan Arkadiewitsch herkende.

De Jonge Beer verliet zijn schuilhoek, en trad naar buiten. Zoodra de Navajo hem gewaarwerd, liet hij zijn paard stilstaan en riep verheugd: "Oef! mijn jonge broeder! Zijn de verwachte krijgslieden der Navajos reeds aangekomen?" "Nog niet." "Dan zijn wij verloren!" "Hoe kan een krijgsman der Navajos zich verloren wanen!"