Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Op het lieve schiereiland Au stapte men voor een oogenblik aan wal, en Torteltak deed zijnen vrienden het genoegen, de heerlijke Ode van Klopstock, der Zürchersee, te reciteren. Het was laat, toen men in het Hôtel de l'Epée terugkwam, waar de vrienden van de Hunshows, die nu eenen anderen weg dan zij heenreisden, moesten afscheid nemen, in de verwachting evenwel van ze te Geneve weêr te zien.

"Ik had het geluk..." zegt de jongeling blozend. "Dan weet ik genoeg; dat is heerlijk. He, papa! Is dat niet toevallig? Die heer is Mijnheer Torteltak, die met Ambrosine Korenaar geëngageerd is!" "Dat is te zeggen...." valt de jongeling in. "Nu, nu, geen woord meer," zegt het meisje, hem met hartelijkheid de hand drukkende. "Wij moeten voort; maar gij gaat immers naar Straatsburg?

Deze mededeeling gaf aanleiding tot nieuwe aanmerkingen, te veel om op te noemen, en misschien zouden zij zich dien avond doodgetreurd hebben, zoo niet Torteltak uit voorzigtigheid drie flesschen wijn en twee spellen kaarten had doen aanrukken. Beide deze troostgronden vonden tamelijk goeden ingang bij de gevangenen, en menig potje commerce werd door menige flesch Neuchateller vervrolijkt.

"Waar ben ik?" riep Pols, zijne oogen openende. "Op den grooten St. Bernard," antwoordde de Duitscher. "Digt bij het klooster," voegde de gids er bij. "Zie maar voort te gaan. Wij zullen u ondersteunen" "Ik kan niet meer," zei de lijder met eene flaauwe stem. "Nog maar een klein endje," voegde Torteltak hem toe, zelf meer in hoop, dan in dadelijk geloof sprekende.

"Ja, wij kennen de historie," viel Torteltak in, die in het begin het verhaal opmerkzaam had aangehoord, maar langzamerhand in treurig gepeins verzonken was. "Wij hebben haar op den St. Gothard ontmoet." "Zoo! dan weet gij het, hoe akelig het met haar gesteld is. Gij zoudt haar dan ook niet meer kennen, als gij haar nu zaagt." "Waar is zij dan?" vroeg Torteltak; "is zij al te Frankfort?

Als ik eens kinderen krijg, zal ik daar beter in voorzien." "Ik wil u niet tauxeren," zei Torteltak; "maar daar behoort nog al iets toe, om zoo iets onder de knie te krijgen." "Dat is niets, Mijnheer! vlijt en langdurige oefening kunnen daarin veel te gemoet komen.

De Heeren nu, die gescheld hadden en per diligence van Haarlem en Leyden kwamen, om gezamenlijk met hunnen vriend Polsbroekerwoud een reisje naar Duitschland en Zwitserland te ondernemen, waren de volgende: Eduard van Torteltak, een jongeling van 23 jaren, schoon van aangezicht en bevallig van statuur, aardig in gezelschap, maar van die schoonheid en bevalligheid en aardigheid ook ten volle bewust.

"Misschien komt het," antwoordt Torteltak, die niet gaarne als ongevoelig voor de Hollandsche schoonen wil beschouwd worden, "dat zij, waar en wanneer men ze ziet, zoo lief, zoo los, zoo open gekleed zijn." "Misschien wat al ," zegt de dame. "Dat is te zeggen, niet veel anders dan bij ons de dames op concerten en bals. Maar zoo ziet men ze ook in den Corso en in haar huis."

Zoo was het dan op eenmaal aan Torteltak duidelijk geworden, welken ouderdom de Heer en Mevrouw Korenaar bereikt hadden; en daar Mevrouw later in het gesprek te kennen gaf, dat zij een zoon had, die ouder was dan Ambrosine, en twintig jaren telde, en nog eene dochter, die de jongste was, van bijna achttien, meende hij daaruit veilig te kunnen opmaken, dat hij in Ambrosine eene negentienjarige schoonheid aanschouwde.

"Het is mij aangenaam een vriend van mijn echtgenoot te ontmoeten," antwoordde Mevrouw Sindenton, hare hand vriendelijk aan Torteltak toereikende.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek