Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
De vrienden, die Torteltak in zulk gezelschap zagen arriveren, waren verbaasd, want slechts zeer zelden werd hij met een oud Heer gezien, en hunne verbazing nam nog toe, daar zij opmerkten, dat hij zóó beleefd en voorkomend voor den man was, als hij alleen voor minder jaren en liever sekse gewoon was te zijn.
"Ik heb berekend," sprak de oude Heer, tot wanhoop van Torteltak de kajuit voorbij stappende, "dat wij er tegen vijf ure kunnen zijn." "Ja, dat moet wel wezen," zei de jongeling, steeds op zijne plaats blijvende staan, en nu besluitende den ouden Heer tot hem te doen komen.
De gezigten kwamen aan Torteltak bekend voor, en weldra herinnerde hij zich, die familie bij den brand te Nijmegen te hebben ontmoet.
Haar geheele aanzijn droeg de kenteekenen, dat zij "den mensch een volmaakbaar wezen" beschouwde. "De Heeren schijnen ook Hollanders?" zei Mijnheer Dufduin, zich tot Torteltak wendende, "maar zeker niet van Amsterdam." Torteltak beantwoordde het eerste toestemmend, het laatste ontkennend. "En de Heeren gaan zeker ook een Rijntourtje maken? Zoo is ook ons plan.
"O God! help mij, mijn Adolf! ze willen mij van u scheiden, en ben ik dan Anton's moeder niet?" Maar nu zonk zij ook uitgeput in des jongelings armen, die haar in het rijtuig droeg; een der geleiders plaatste zich met Torteltak bij haar, en de calêche reed met spoed naar Amsteg.
"Waren wij ons maar van eenig misdrijf bewust," riep Pols uit; "dan zou die pijnigende onzekerheid ons zoo niet kwellen." "Maar ik geloof niet, dat die bewustheid ons veel geruster zou maken," merkte Torteltak aan. "Wij zijn slagtoffers van een schandelijk verraad," troostte zich De Morder. "Als onze betrekkingen in Holland het hooren, treuren zij zich dood," wond Holstaff zich op.
Zij wees hun op een kop, met rood en zwart krijt geteekend, waarvan de trekken door grofheid en geesteloosheid uitmuntten: "die lieve man, als ik nog aan hem denk!" "Wien moet dat voorstellen?" vroeg Torteltak. "Wel, mijn zaligen broeder," zei de oudste dame Champal; "die geleek bij zijn leven sprekend op Byron." "Op Byron?" riep Veervlug in verbazing.
Pols bemerkte dadelijk toen hij in bed kwam, dat Mijntje het niet voor hem had opgeschud. Hij deelde deze opmerking aan Torteltak mede, die met hem op ééne kamer sliep. Maar deze sloeg hierop weinig acht; want hij bereidde zich voor, om van Ambrosine te droomen, en, aan haar denkende, wakker te worden. En Ambrosine? Wij hopen, dat zij goed zal gerust hebben.
"Nog meer jammer vind ik het van de sarcophaag van Parisch marmer," zei Torteltak; "ik kan niet zeggen dat het Proserpina en de andere dames flatteert, dat men ze de neuzen heeft afgeslagen." "Maar wat zegt ge toch van den massief zilveren preêkstoel?" vroeg Pols. "Jongens, dat is nog iets anders dan de preêkstoel van Roelevaartjesveen. Die is, meen ik, van vurenhout, met greenhout ingelegd."
Want het zal nog heel wat moeite in hebben, de zaak met Miss Cleford in orde te brengen; want hij is listig en slecht." "Maar mijne lieve moeder is gered," riep Van Aartheim. "De Hemel zij gedankt!" Kalmer dan het bovenstaande gesprek liep dat tusschen Torteltak en Emma aan de publieke tafel af. "Ik wist waarlijk niet, dat ik al zoo ver gegaan was," zegt Torteltak verbaasd in zichzelven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek