United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De boer Gerlof Eitinge, die zynen patronymikalen toenaam ontleende aan den naam van zynen voorvader Eite, en die, even als zyne voorouders, geslachten en geslachten vóór hem, het erve Eitinge, zoo genoemd naar den eigenen toenaam van zijn geslacht, in eigendom bewoonde, die drentsche boer Gerlof Eitinge had twee zoons. De oudste daar van erfde, naar vaste zede, die voorouderlike bezitting.

In dien tijd en nog lang naderhand hadden de meeste menschen nog geene familienamen: de een onderscheidde zich van den ander, òf door het aannemen van zekeren bij- of toenaam, aan de plaats zijner geboorte, aan zijn beroep of aan andere bijzondere omstandigheden ontleend; òf en dit in de meeste gevallen, door eenvoudig den naam zijns vaders achter den zijnen te plaatsen.

De kleine wijsgeerige satire, bedoel ik, die zijn populairste geschrift blijven zou, en zijne tachtig korter en langer dialogen over allerlei onderwerpen van den dag. Men beweert dat de volgende anekdoten historisch zijn niet alleen, doch men noemt met naam en toenaam de noordnederlandsche stad waar de stukjes gespeeld zullen hebben.

»Nummer twee van de rij is het portret van den bouwheer dezer sterke veste: ridder Huibert, bijgenaamd de Ever. Wèl verdiende hij dezen toenaam. Een massieve kop, een vierkante neus, een wreede mond, scherpe kleine oogen onder borstelige wenkbrauwen eene echte wildzwijnen-tronie, niet waar? Van beroep was hij vrijbuiter. Merkt ge die fijne roode streep wel op, om zijnen hals?

Waar zulk een meiboom, misschien een byzonder hooge of schoone, langer dan gewoonlik staan bleef, misschien wel standvastig zyne plaats behield, daar kon dit geval gemakkelik aanleiding geven dat iemand, voor wiens huis die meiboom was opgericht, daaraan zynen toenaam ontleende. De beteekenis van den naam Bierboom is my niet duidelik.

Hier treedt u een Luitenant Leepoog tegen, en daar de makelaar Laurens het houten aangezigt. Hier ontmoet gij een deftig poorter, dien ge als Jonge Jan Doet er niet toe hoort aanspreken; elders is het de eerzame Dirk Dirksz, die, om hen van een anderen dubbelen Dirk te onderscheiden, den sierlijken toenaam draagt: »Zoon van bezeten Lijsje!"

Maar de naam Pasman zal wel oorspronkelik een toenaam geweest zijn voor eenen man wiens huis by of in zulk eene pas stond. Het hedendaagsch-algemeen-nederlandsche voorzetsel te luidt in onze friesche en friso-saksische gouspraken als to, en werd oudtijds als tho en ook als thoe geschreven.

Iets anders is het met de geslachtsnamen Beghyn, De Nonne en Quanonne. Dezen zijn zonder twyfel van echt-nederlandschen oorsprong, en duiden, eveneens twyfelloos, iemand van de vrouelike kunne aan. Maar Quanonne, de kwade non! Zeker is wel geen naam ongeschikter om eerst als by- of toenaam, later als geslachtsnaam door eenen man te worden gedragen.

Dit woord komt herhaalde malen voor als toenaam van burgers der stad Leeuwarden, in het begin der 16de eeu. Immers vinden wy in het Register van den Aanbreng van 1511, dl.

En wijl Geert Albertsz. de Jager nu 't erve Poppink in eigendom bezat, wijl hy, als boer, de opvolger was der oude Poppinks, zoo ging dat oude patronymikon op hem over. Zijn eigen toenaam de Jager raakte in onbruik en vergeten by de lieden. Weldra was hy slechts als Geert Poppink bekend, ofschoon hy eigenlik geen Poppink was, en geen recht op dien naam had.