Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
En daarop wist het redzame volk wel raad. Den eenen die eenen rooden baard had, noemde men Hubert Roobaert, den anderen die byzonder lang was van gestalte: Hubert de Langhe. De derde praalde dikwijls met de scherpte van zijn zwaard: de volksgeestigheid had hem weldra, eerst spottender wyze, den toenaam Scerpsweert gegeven.
Een geruimen tijd vóór MAERLANT, waarschijnlijk in den aanvang der 13de eeuw, had zekere SEGHER, met den toenaam: DIEREGOTGAF, een paar gedeelten van den Franschen Roman de Troie vertaald of bewerkt . In het eene stuk, tprieel van Troyen genaamd, is de liefde hoofdzaak; wij zijn daar in het gezelschap van een aantal jongere ridders, met de koninginnen van hun hart in een prieel buiten gezeten, en zich vermeiend in hoofsche liefdesgesprekken.
Dat ontstaan moet verklaard worden op deze wyze: een man heette Leendert en droeg den toenaam van Hemming, een oud patronymikon, ontleend aan den vóórnaam van zynen stamvader Hemmo. De vader, grootvader en nog menig oudvader van Leendert hadden allen reeds dat patronymikon als vaste toenaam gedragen.
En onder zulken naam werd onze vreemdeling al spoedig zoo algemeen bekend, dat die oorspronkelike bynaam hem werkelik als een vaste toenaam eigen bleef, dat die zelfde naam by verloop van tijd, een ware geslachtsnaam werd voor hem, zoowel als voor zyne kinderen en nakomelingen na hem.
In dat geval wil ik dezen naam ook liefst niet als een ware moedersnaam beschouen, maar, even als Der Kinderen, Veranneman, enz., als de toenaam van eenen dienaar, eenen hoorige of iets dergelijks.
Maar de toenaam van Brecht Albertsdochter verdween toen deze vrou zelve stierf, ook al had zy zonen en dochteren. Deze immers noemden zich weêr naar hunnen vader, niet naar hunne moeder. De nieue patronymika zijn de oude vadersnamen opgevolgd. Zy zijn van lateren tijd.
Dit woord kan een ambt, een bedrijf, een beroep aanduiden, of ook het kan ieder ander woord zijn, b. v. een dierenaam, een huisnaam, een bynaam, een byvoegelik naamwoord, een aardrijkskundige naam, of wat dan ook; als het maar als een by- of toenaam voor een man in gebruik geweest is. De oorsprong der geslachtsnamen van de eerste groep ligt voor de hand.
Zoo droegen by hen b. v. Hippias en Hipparchus, zonen van Pisistratus, den naam van: de Pisistratiden. Deze toenaam, in 't enkelvoud Pisistratides, was een patronymikon, even als de namen Bruins en Bruning, ook Bruinsma en Bruininga, oorspronkelik toenamen, thans geslachtsnamen, nederlandsche patronymika zijn van den mansvóórnaam Bruno, Bruin.
In 1590 woonde in zulk een huis te Amsterdam: Jacob Jansen Benning in 't Vliegende Varken, die er zynen toenaam af droeg. Waarom dan ook geen »vliegende hond" als huisnaam, nu deze geslachtsnaam bestaat? By den geslachtsnaam Muyshond, ook als Muyshondt, en versleten als Musont en Mussont en zelfs als Musson voorkomende, heeft men aan geen byzonder soort van hond te denken.
En zoo is het ook dikwijls voorgekomen, dat zulk een plaatsnaam niet aleen toenaam werd voor den bewoner van die plaats, maar dat zyne kinderen en kindskinderen, ofschoon die niets meer te maken hadden met die hoeve waar hun vader of grootvader op gewoond had, toch den naam van die hoeve, als een vaste geslachtsnaam behielden. Nemen wy een voorbeeld, tot meerdere duidelikheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek