United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen Anneken den schitterenden jachtstoet uit den burcht treden zag, beefde zij en trad eerbiedig ter zijde; want, evenals vele landlieden uit den omtrek, was het arme kind eene hoorige van den heer van Oostcamp, meester van het omliggende land. Dat land had hij in leen ontvangen van den graaf van Vlaanderen, die zijn leenheer was, terwijl hij leenman was van den machtigen graaf.

Het woord man of ma, de laatste lettergreep der friesche patronymikale geslachtsnamen die op ma eindigen, heeft in dit geval in 't algemeen de beteekenis zoowel van zoon als van kleinzoon en nakomeling, ook van neef, broeders of zusters zoon, of van jongere broeder, en dan nog van hoorige, volgeling, dienstman.

Toch kan men dezen naam eigenlik niet tot de echte metronymika, tot de moedersnamen rekenen. Veranneman toch beteekent niet de zoon van Vrou-Anna, maar de man, dat is: de hoorige, de volgeling, de dienstman dier vroue. Zie § 45. Als een aanhangsel tot de metronymika moeten hier nog de geslachtsnamen Moederzoon, Meyskens, Nonnekens, Vrouwes en Wyvekens vermeld worden.

Een deel van die meubels dateerde nog uit den tijd van Katharina, zij waren rijk gebeeldhouwd of met inlegwerk kwistig versierd. Russische nabootsing van fransche stijlen, alles werk van hoorige ambachtslieden, vaardige en vlijtige slaven, maar de gratie en bevalligheid der fransche origineelen ontbraken er volkomen aan.

De Friesche patronymica gaan uit op de tweede naamvals-suffixen -inga en -a; maar ook op -ma, d.i. man, met de beteekenis van "zoon, afstammeling, hoorige"; terwijl -stra dient om van bijzondere plaatsnamen Friesche geslachtsnamen te vormen, b.v. Dijkstra.

Maar dit komt betrekkelik zelden voor. Meestal zijn het onadellike verwantschappen, die deze oude namen voeren, omdat een hunner voorouders, die eerst dien naam als een toenaam aannam, toevallig op de eene of andere wyze, als hoorige of dienstman of pachter, aan dat oude huis verbonden was, of misschien ook slechts op het grondgebied daar van geboren was.

Twee edele harten echter voelden medelijden met den armen man: «Jan, willen wij het wagenfluisterde Klaas zijnen vriend toe en: «Tot den dood volg ikluidde het korte doch zielroerende antwoord van den armen hoorige. Een ijzeren ladder werd aangebracht en tegen den gevel van het huis geplaatst. Klaas beklom die het eerst, en vlug als eene boschkat, volgde hem zijn vriend.

In dat geval wil ik dezen naam ook liefst niet als een ware moedersnaam beschouen, maar, even als Der Kinderen, Veranneman, enz., als de toenaam van eenen dienaar, eenen hoorige of iets dergelijks.

Met zekerheid echter weet men, dat Boudewijn VI, graaf van Henegouwen en Vlaanderen, reeds in 1068 aan de gemeente Geeraardsbergen eene vermaarde keure gaf, die verklaarde dat, al wie zich in de stad vestigde, geen hoorige, maar vrije zou wezen. Zij verleende daarenboven aan de inwoners nog talrijke andere voorrechten. Waren de groote leenheeren wellicht vrienden en beschermers der gemeenten?