United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit woord komt herhaalde malen voor als toenaam van burgers der stad Leeuwarden, in het begin der 16de eeu. Immers vinden wy in het Register van den Aanbreng van 1511, dl.

De voorbeelden hier van zijn maar voor het grypen in d' oorkonden die in d'oude friesche taal opgesteld zijn, b. v. in het Register van den aanbreng van 't jaar 1511 en in de Oorkonden van 't St. Anthonij-Gasthuis te Leeuwarden.

"Ik geloof wel, dat ik jou, mijn beste Otto, ook onder dezen brief doe lijden, maar vergeef me die laatste smart, die ik je aanbreng en vergeet me. Je bent zoo goed en zoo lief; je vindt zeker later, als je me vergeten hebt, een meisje..."

Eindelik nog dient de geslachtsnaam Suringar hier vermeld te worden. Deze meening krijcht nagenoeg zekerheid als men weet dat oudtijds het byvoegelike naamwoord aan den plaatsnaam Surich ontleend, werkelik suring luidde. In het Register van den Aanbreng van 1511, dl.

Register van den aanbreng van 1511, en verdere stukken tot de floreenbelasting betrekkelijk, uitgegeven door het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. Leeuwarden, 1880. C. Kilianus, Etymologicum teutonicae linguae sive Dictionarium teutonico-latinum. Utrecht, 1777. De oude Tijd. Haarlem, 1869 en '70. De oude Tijd. Door J. Ter Gouw. Haarlem, 1871-'74. Edw.