Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Tarsilo antwoordde niet; hij zag het lijk van den man der krankzinnige met twee anderen, dat van zijn broeder doorzeefd met bajonet-steken, en dat van Lucas, nog met het touw aan zijn hals. Zijn blik werd weer somber, en een zucht scheen uit zijn borst te ontsnappen. "Ken je ze?" werd hem weer gevraagd. Tarsilo bleef stom.
"Zul je nu spreken?" vroeg de alférez op ontmoedigden toon. Tarsilo schudde ontkennend het hoofd, en weer werd hij neergelaten. Zijn oogleden sloten zich, zijn pupillen bleven naar de hemel kijken, waar witte wolken zweefden.
"'t Is een rakker," merkte de alférez op, met den pastoor sprekende. "Hij wou vluchten, maar ze hebben 'm in zijn dij geschoten. Dit zijn de eenigen die we levend te pakken hebben gekregen." "Hoe heet je?" vroeg de alférez aan Tarsilo. "Tarsilo Alasigan." "Wat heeft Don Crisóstomo jullie beloofd, als jullie de kazerne aanvielen?" "Don Crisóstomo heeft nooit aanraking met ons gehad."
"Pedro heeft zich zeker verbonden: nou, die weet ten minste wat hij doet!" zuchtte Bruno. Tarsilo bleef somber en in gepeins voor zich staren. Met zijn hemdsmouw veegde hij zich 't zweet af, dat langs zijn voorhoofd gutste. "Broer," zeide Bruno, "ik ga, als jij niet besluiten kunt. De partij gaat door: de lasak moet winnen en we mogen zoo'n mooie gelegenheid niet laten voorbijgaan.
Een zwiepend geluid doorsneed de lucht, en de rotan striemde over zijn rug. Hij rilde, zijn spieren trokken zich samen. De rotanslagen herhaalden zich, maar Tarsilo bleef onverstoord. "Dan maar ranselen tot hij crepeert of spreekt!" kreet de alférez buiten zich zelve. "Spreek dan toch!" zeide de commissaris, "in elk geval maken ze je dood."
En ze naar een hoek brengende, zei hij hun terwijl hij het geld uittelde: "Morgen komt Don Crisóstomo en brengt wapens. Overmorgen avond, zoo tegen acht, moeten jullie naar het kerkhof gaan, en ik zal je zijn laatste beschikkingen zeggen. "Jelui hebben tijd om deelnemers te zoeken." Ze gingen vaneen. De twee broeders schenen van rol verwisseld te hebben: Tarsilo was kalm, Bruno ongerust.
Soms werden de gevangenen veroordeeld om hem uit te diepen, niet omdat men dacht uit die straf eenig nut te trekken, maar om de moeilijkheden. Tarsilo keek met strakken blik naar al de toebereidselen die de soldaten maakten. Hij was zeer bleek en zijn lippen beefden, of prevelden een gebed. De fierheid zijner wanhoop scheen verdwenen, of ten minste verzwakt.
't Scheen wel alsof Tarsilo niets anders verlangde, want toen hij de prop in zijn mond had, glansden zijn oogen van voldoening. Op een teeken van den alférez begon een guardia gewapend met een rotan, zijn droevige taak. Het lichaam van Tarsilo kromp ineen. Een gesmoord, lang-gerekt gebrul liet zich hooren, ondanks den doek, die hem in den mond zat. Hij boog het hoofd.
Weer werd hij naar de zaal gebracht waar de andere gevangene de heiligen aanriep, terwijl zijn tanden klapperden en zijn knieën knikten. "Ken je dien man?" vroeg Padre Salvi. "Ik zie hem voor 't eerst!" antwoordde Tarsilo, met zeker medelijden naar den ander kijkend. De alférez gaf hem een stomp en een trap. "Maak hem aan de bank vast!"
Beide broeders zochten Lucas op tusschen de groepen. Zoodra ze hem gewaar werden, stond Tarsilo stil. "Nee, laten we weggaan van hier. We gaan ons ongeluk tegemoet!" riep hij. "Ga jij weg, als je wil, ik neem 't aan!" "Bruno!" Ongelukkigerwijze naderde een man, en zeide tot hen: "Wed u mee? Ik ben voor de boelik." De twee broeders antwoordden niet. "Ik heb gewonnen!" "Hoeveel?" vroeg Bruno.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek