Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
"En onder welke van die twee categorieën schikt UEd. zijn verzen?" vroeg Suzanna. "Onder geene, zottinnetje! dat is een gepatenteerde bedelarij, waartegen geene plakkaten bestaan." "Die toch wel noodig waren," hernam Suzanna: "want ik ben van de meening van den Misanthrope, en zeg als hij, met betrekking tot slechte verzen: Qu' un homme est pendable après les avoir faits."
In het naar huis gaan was ik stil en afgetrokken, zoo zelfs dat Suzanna mij daarover bespotte; ik had echter twee zeer goede verschooningen gereed, namelijk: slaap en vermoeienis, welke mijn goede moeder alleszins geldig vond: en ik bekwam alzoo verlof om niet te spreken en mij tot slapen te zetten.
En ik was op het punt van een verslag van het gebeurde te geven, toen Tante, gevolgd van de overige gasten, naar ons toekwam, ongerust over ons lang wegblijven en over het zien der gerechtsdienaars, die zich van tijd tot tijd op verschillende punten vertoonden. "Wat is er toch aan de hand?" vroeg Suzanna: "Tante klaagt al: d'armes et d'ennemis je suis environnée."
"Nu!" zeide Suzanna: "ik begeer die van mijn leven, noch in schijn, noch inderdaad weder te ondervinden: ik denk als Poot: 't Is varen, maar met groot gevaar: en zoo ik ooit trouw, zal ik de voorwaarde maken, dat mijn man er geen boeier op nahoude. Ik zou geen oogenblik gerust zijn."
Hij kwam, uw moeder kwam, Mejuffrouw Suzanna kwam in 't kort het was een tooneel vol desolatie en drukte. Op de schrijftafel van den overledene lag een toegelakte brief aan zijn zoon: dien vermoeden wij, dat licht over het geval zoude verspreiden: enfin! hij moest kennis van het gebeurde dragen en ik zeilde dus naar dit eiland af met een driedubbele missie." "En...? Mejuffrouw Blaek...?"
"Zullen wij niet wachten, tot vader weer terug is?" vroeg ik. Daar keken zij elkander zwijgend en zuchtend aan. "Wel foei!" zeide Suzanna: "dat is niet mooi, ons ongeduld eerst op de proef te stellen en dan niet te voldoen." "Ja! maar mij dunkt dat Ferdinand gelijk heeft," zeide mijn moeder: "'t Zal vader zeker genoegen doen, de uitpakking bij te wonen, en daar moeten wij hem niet van berooven.
Mijn zuster Suzanna deed in den beginne eenige pogingen om het gesprek gaande te houden; doch zij bemerkte alras, dat zij zich vruchtelooze moeite gaf, en onze afgetrokkenheid, althans die van mijn moeder en de mijne, waarschijnlijk toeschrijvende aan verdriet over het mislukken mijner vrijage, hield zij af en zweeg; zoodat ons middagmaal, zonder de kinderen, die nu en dan hun stem verhieven, veel op een Trappisten-vergadering zoude geleken hebben.
"Ei kom!" zeide Suzanna: "gij praat als een held, en ondertusschen, laatst, toen gij terugkwaamt van de reis, waart gij ook mooi ziek van de bui, die gij op uw dak hadt gehad." "Inderdaad?" vroeg Henriëtte, op een toon van bezorgdheid, die mij verrukte: "dan zou het u toch waarlijk wel kwaad kunnen doen, Mijnheer Huyck! van zoo kort daarna opnieuw aan zulk een weer te zijn blootgesteld."
"Och, gij maakt weer paskwillen," zeide mijn moeder, "maar al heeft Ferdinand nu niet veel, hij is toch niet geheel zonder vooruitzichten: en, zooals ik mijn schoonzusters ken, vlei ik mij, dat zij wel iets zullen bijbrengen, om hem in staat te stellen, zijn huishouding te beginnen." "Wel ja!" zeide Suzanna: "wat zou men niet voor zulk een lief neefje doen?
Eindelijk, toen de pauze een geruimen tijd had geduurd, en ik reeds bedacht begon te worden dat Suzanna terug zou komen eer ik nog een woord gesproken had, hervatte ik het gesprek daar, waar wij het gelaten hadden. "Wij spraken daar van ongelukken met rijtuigen en schepen. Daar ligt al een zeer troostrijk denkbeeld voor mij in opgesloten."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek