Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


"Dan zal ik ook maar geen kruit en lood op u verschieten," zeide Suzanna: "want er steekt geen eer in de overwinning, wanneer de vijand zich niet verweert: A vaincre sans péril, on triomphe sans gloire."

Eindelijk maakte ik het zoo bont, dat zij den arm van Suzanna nam en vooruitholde, bewerende niet meer naar mij te willen luisteren. Ik was zelf bang wellicht te ver te zijn gegaan, en bleef dus een wijl met Tante achter, aan wie ik, zoowel bijwijze van gesprek als uit nieuwsgierigheid, de vraag deed, of de oude Martha niet vroeger tuinvrouw op Heizicht geweest was.

Ferdinand zal u niet opeten," zeide Suzanna van verre: en Henriëtte, ziende, dat er niets anders opzat, bleef stilstaan en trok met de punt van haar zonnescherm figuren in het zand.

Het leed ook niet lang, of ik zag den waardigen man de stoep opkomen en aanschellen. "Wacht!" riep Suzanna: "blijf gij hier! wij moeten even een grap hebben met vader," en zij snelde naar de voordeur, die zij opende. "Goeden dag, Santje," hoorde ik mijn vader zeggen. "Goeden dag, papa! Wat ziet UEd. er bedrukt uit. Is er iets gebeurd?"

"Wij zijn zeer verplicht voor uwe goedheid," zeide mijn vader, glimlachende: "het doet ons echter leed, dat er een zoo gewichtig voorval noodig was, om ons de eer van uw bezoek te verschaften." "De Heer Reynhove," merkte Suzanna aan, "kan met recht zeggen, dat hij hier is komen aanwaaien; vermits hij zonder den storm niet hier zou geweest zijn."

"Antwoord: aan Mejuffrouw Henriëtte Blaek. Schuldig bevonden! Gij krijgt een kleur spoedig tot de confessie." "Wie heeft u dat gezegd?" vroeg Suzanna, terwijl zij uit loutere verbazing een batisten hemd, dat zij opgevouwen had, weder open liet rollen. "Een irreprochabele getuige, Mejuffrouw Blaek zelve." "Gij hebt haar dan gesproken? En hoe vindt gij haar?"

Ik voldeed met weinige woorden aan haar verzoek; maar, in weerwil van Tantes vermaning en hoe kort mijn verhaal ook ware, het haalde mij ettelijke zetten en spotternijen van Suzanna op den hals, die nu eens beweerde, dat ik een mannetje van zout ware en voor een klein regenbuitje vreesde; dan weder, dat ik den regen slechts als een voorwendsel had aangegrepen, om te zien; welke Juffer in den koepel zat; dan, dat ik al zeer vrijpostige manieren had opgedaan om mij zoo in te dringen op een plaats, waar ik niets te maken had, enz.

"Zeg dat maar niet, dat Mama het hoort," zeide Suzanna: "het goede mensch treurt er al genoeg over, dat er om harentwille zooveel omslag gemaakt wordt; maar Tante was er zoo op gesteld: en men begreep, dat de groote en kleine kinderen zich buiten meer dan in de stad zouden vermaken, enz." Hier stond Henriëtte op.

Hij zag er niet uit als iemand, die iets kwaads in 't zin had of een misdrijf zou begaan; maar wel als iemand die iets bedreven had, dat hem tot naberouw verstrekte. Tante praatte wakker door, en maakte allerlei plannen van vroolijke partijen voor de toekomst. Suzanna wierp er bijwijlen een grap tusschen in: en Lodewijk scheen meer werk van zijn nicht te maken dan gewoonlijk.

"Le combat finira faute de combattans," voegde Suzanna er bij: "de Heeren willen ons zeker een verrassing bezorgen." "'t Zou mij niet verwonderen," zeide ik, "indien er werkelijk een verrassing plaats had." En ik wierp in 't heengaan een blik op den Heer Blaek, die, met een gelaat zoo bleek als een doek, onbeweeglijk op zijn plaats zat en de eene teug water voor, de andere na opdronk.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek