Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
"Ik hoop," zeide Henriëtte tegen Suzanna: "dat de gezondheid van die goede Mevrouw Van Bempden maar geen slechte gevolgen moge ondervinden van dezen ongelukkigen tocht." "Ik hoop het met u," zeide ik: "maar ik durf denzelfden wensch koesteren met betrekking tot allen, die van de partij zijn geweest."
Wat den Duitscher betrof, deze had, sedert wij ten anker lagen en dus oogenschijnlijk buiten gevaar waren, met bidden opgehouden en lag zoolang hij was op de rustbank, met het gezicht in een stapel kussens gedompeld. "Wat zou onze Aagt wel zeggen, als zij mij zoo aan 't werk zag?" vroeg Suzanna: "maar hoe is het? liggen wij ten anker? En waar ergens zijn wij?"
Henriëtte en Suzanna hielden Tante omvat en alle drie schenen in stille, eerbiedige overpeinzing verzonken. Wat Reynhove betrof, zijn blijdschap was de luidruchtigste.
"Dat was zeker al heel vriendelijk," merkte Suzanna aan.
"Het zou hem kwaad doen," zeide Suzanna, haar napratende: "wel Jetje! gij zoudt mijn broeder in den grond bederven. 't Is goed, dat gij mijn zuster niet zijt." "Dat zeg ik ook," zeide ik, Henriëtte aanstarende met een veelbeteekenenden blik, die haar de oogen neer deed slaan. "Ik moet zeggen, 't is al zeer beleefd," hernam Suzanna: "waar heb je die fraaie complimenten leeren maken?"
"Dan heeft zij plan om haar te bekeeren," zeide Suzanna: "anders vat ik het niet. Foei! dat gij zoo slecht zijt geworden! Het spijt mij, dat ik mij om uwentwille heb boos gemaakt op Henriëtte, die toch wel degelijk gelijk had, dat zij u schuins aanzag." "Maar wat heeft zij u dan gezegd?"
Van verschillende trekken die nu in de »Duizend-en-één-Nacht" te vinden zijn tot de geschiedenis van Suzanna in het boek van Daniël, van de historie van Lucretia bij Livius tot de Griekse roman van Chaereas en Kallirhoe, boden het Oosten en de klassieken genoeg uitgangspunten.
"Komaan dan maar, hoe eer hoe beter," zeide Lodewijk, terwijl hij den arm aan Tante Van Bempden bood; en eer ik nog gereed was, het voorbeeld te volgen, had zich die hatelijke Mof van Henriëtte, en Reynhove van Suzanna meester gemaakt, terwijl ik volgde, het jacht en zijn geheele equipage voor Sint-Felten wenschende.
Suzanna, die wel bemerkte, dat het hem daar niet zat, doch de reden van Henriëttes handelingen volstrekt niet verklaren kon, werd van zelf stil en zag mij zijdelings met eenige ongerustheid aan.
"Wel dat ware niet onaardig," zeide Suzanna: "ik ben nog wel ouder dan Jetje Blaek, en er is nog nooit een vers ter mijner eere gemaakt. Het wordt hoog tijd, dat ik ook eens uit mijn vergetelheid rake. Ik zou van mijn kant zeer hartelijk wenschen, dat die poëet eens verzocht werd. Ik wilde wel zien, of ik hem niet tot mijn aanbidder maken kon."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek