Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
"Een licht en vluchtig vuur komt door mijn leen gevlogen, Een kil en machtloos zweet breekt me op 't voorhoofd door; Het duister van den nacht omvangt de brekende oogen, En 't suist en ruischt me in 't oor.
Mijn prauw aan den kant brengen en er met alle overtollige menschen uitspringen is het werk van een oogenblik en met alleen drie Papoearoeiers bemand suist mijn prauw de drenkelingen achterna. Zij slagen er in één prauwbemanning te redden en ook de prauw zelf wordt met veel tobben aan wal gebracht en gekeerd. De andere prauw, waaraan zich nog 3 menschen vastklemmen, is reeds om den hoek verdwenen.
Des denkers kluis baadt in de bleeke stralen Der maan, die door ’t gewelfde venster tijgen, En, op de hand het hoofd, in roerloos zwijgen, Zit daar de denker sinds het zonne-dalen. En ’t nachtlijk koeltje suist door de espe-twijgen De kluis in, om door lokken heen te dwalen Van zilver, die met maanlicht-zilver pralen; Doch hij doet méer den sneeuwen baard nog nijgen. Daar oop’nen zich de lippen.
Hij is zeker niet ouder, jong en vol kracht als hij is. Is hij dezelfde, die eens de gierige dominé van Bro worden zal. Hij! die glimlachende jongeling? Soms suist het in zijn ooren. Zouden 't boden van een donkere toekomst zijn? Maar de ellende der armen, de vloek der bedrogenen, de schimpscheuten der verachting, de spotliederen, de hoon, dat alles bestaat nog niet voor hem.
De strijdknots suist en de oorlogskreet schalt in den Sint-Vincents-Nacht van Schoorl. Bloedige oorlog met de Friezen drenkt den bodem en de overlevering van heel Kennemerland; maar ook de strijd met de Noormannen galmt na in zoo menige sage van de Egmonden en van Haarlem, getuige het Paardenrif en O.L. Vrouwe van Haerlem.
't Suist in zijn ooren die drukke geluiden om hem heen roepen andere klanken terug in zijn slappe hersenen; lang vergeten stemmen komen weer!... Kind! alles is nu vergeten en vergeven, kom als een flinke kerel weêrom was d
In het bosch suist geheimzinnig de tragische hartstocht der eiken en van al het hooge geboomte, waar bij het geritsel der takken in de heiligdommen van het gebladerte duizenden liefdestooneelen zich afspelen, terwijl de heesters omlaag onder luidruchtig stoeien zich om elkander strengelen om liefdes-gunstbewijzen te rooven met de onverzadigbaarheid van uitgelaten gelieven.
Aan den «Martiko» rechts gaande, kan men, langs het schoone kasteel van Mevrouw de Crombrugghe, naar den Kluisberg wandelen. In het bosch ademt men eene reine, smakelijke lucht in. De wind suist in de boomen; de vogelen zingen in de struiken; de bijen gonzen op de kleine heidebloempjes. Sierlijke varens en groene kraakbeziestruiken groeien in de schaduwe.
Het is niet genoeg, dat men aan de bijl ziet waar zij neerkomen zal, maar men moet ook, ondanks de groote snelheid, waarmee zij met een draaiende beweging door de lucht suist, steel en staal van elkaar goed onderscheiden. Doet men dat niet, dan slaat de steel om den geweerloop heen en treft den onhandige.
Jozef, ... suist het, Jozef, ... Zij deed haar oogen toe en zag in haar verbeelding dien naam, en altijd, altijd dien naam, in drukletters voor haar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek