Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Maar toen hij ging om het op te rapen, was noch het hoen, noch de jonker van Schoorl te vinden; maar daar lag het bloedige hoofd van Sijtje, en zag hem met gebroken oogen aan; en toen hij daar lang op staarde, daar kwam eensklaps de zee, en het hoofd begon op de golven te bewegen, en achteruit te gaan, en verdween, en kwam weer boven, en verdween weer, totdat hij ontwaakte.

Het laatste eenigszins teekenachtige dorp aan Hollands westelijken kustkant is zonder twijfel het armelijk Schoorl.

In geheel Schoorl en Bergen was geen beter jager dan Teun. Hij behoorde tot die weinige gelukkigen die zoo goed als zeker van hun schot zijn.

Het was Derk Joosten, de eenige mensch in geheel Schoorl, die hem niet lijden mocht, en dien hij niet kon uitstaan. Want Derk Joosten was een gemeene knaap, en die er niet vies van was het vak van strooper aan dat van jager te verbinden, en hij had hem eenmaal betrapt, daar hij in den laten avond bezig was strikken te zetten, eene liefhebberij, waaromtrent de Schorelaars in een kwaden naam zijn.

"Laat de oogen dicht, kwajongen!" zei Teun de Jager met drift; en weder kwam er een wolk over zijn voorhoofd. Toen hing hij het haas, met de achterloopers door elkaar gestoken op den stok van den knaap; en deze, trotsch op zijn vracht en zich groot gevoelende boven al de boereknapen der gecombineerde Heerlijkheid Schoorl, Groet en Camp, daalde gezwind met den langoor naar beneden.

Evenals in het aangrenzend Bergen treft hier den wandelaar het aangenaam schouwspel eener hooge, met dicht kreupelhout en koele bosschages bewassen duinhelling; en van die Heerlijkheid af, welke Borselens, Brederodes, en Nassaus onder hare vroegere bezitters telt, tot aan ons klein Schoorl toe, gaat men, langs een bevallig slingerenden zandweg, ter wederzijde altijd in do schaduw van eiken, iepen, berken en allerlei geboomte, langs welks stammen zich hier en daar het klare duinwater in kronkelende beekjes voortdringt, en waartusschen zich aan weerskanten, van afstand tot afstand, de kleine stulpjes der bewoners vertoonen, aan de westzijde niet zelden half in het duin begraven en van boven grauw van bloeiende mossen en knoestige zwam.

Zoo stapt hij door hoog heidekruid en bremstruiken verder. Een kwartier uurs later, en een haas springt op, en valt bijna op hetzelfde oogenblik, "door het snellere lood in zijn vaardige sprongen gestuit", als de dichterlijkste jager van geheel Holland gezongen heeft. "Hoe later op de markt hoe schooner volk!" zegt Teun de Jager. En weltevreden met zijn jacht, stapt hij rustig op Schoorl aan.

Het was in de laatste dagen van September 183*, op een zeer vroegen morgen, voordat do zon nog op was, dat de kleine deur van een der boven beschreven stulpjes aan den duinkant nabij Schoorl openging, en zich een jonge man op den drempel vertoonde, die met oplettendheid lucht en windstreek in beschouwing nam.

"Mag ik het haas dragen, Teun?" vroeg een kleine jongen met stroogeel haar en koffiebruine wangen, die op het laatste duin van Schoorl uit het kreupelhout te voorschijn kwam waarin hij zich een stok gesneden had, als hij de ruige pooten door het net van de weitasch steken zag. "Jawel, Krelis-broer!" zei Teun de Jager vroolijk: "ik zel 't je geven; maar je mot er niet van snoepen, hoor!"

Hij was weer, even als in zijn slaap, ter jacht met de zonen van de ambachtsvrouw van Schoorl; evenwel niet in het Schoorler Veld, maar in het Berger Bosch. Hij droeg een nieuw jachtbuis met zonnige gouden knoopen, en Sijtje had hem de veer van een fazanten haan op de muts gestoken.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek