Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Ze vertelde met gemoedelijke geestigheid, en ze wist zoo naïef aaneen te knoopen een historie van hare kanarievogels en een avonture van de lage strate. En, al zei ze bijwijlen een opgelicht zinnetje, ze kon 't allemaal zoo vermakelijk op een blozend lachje doen afloopen, dat zelfs Ameye ook dadelijk onder den peisvollen indruk van hare tooverige bevalligheid geraakte.

En dan hadden ze haar nog gefolterd. Gefolterd ... wie? 'k Hebbe Marie weggezonden ... al dieveggen, die 'n mensch uit medelijden van de strate raapt.... Zoo dan terug op strate gesmeten? Ze heeft me brutaal geantwoord.... Ze heeft geweigerd mij een hoofdkussen te halen ... dat heeft ze. Op de trap hoorde Goedele een stille gesnik en dadelijk daarop een ruw gemompel van Grootvader.

Elkendeen luisterde en de ongemakkelijke stilte heerschte lijk te voren, alle geluiden der strate groot makend. Tante Olympe ging kijken of Wiezeken sliep. Ze kwam weer op hare teenen, elkendeen geruststellend. 't Slaapt lijk een engelken. Overmorgen is het te been. Ameye boog zich naar Goedele en vroeg, oolijk lachend, wat hare meening was omtrent Mariëtte.

De tuin lag met blanken rijmel bestoven en de strate, onder den tert der menschen en 't gerammel der wagens, klonk bijzonder luidelijk. De postbode bracht, al heel vroeg, een brief voor Goedele. Wat is 't? vroeg Ursule. Hij werd koortsig opengebroken. Er kwamen hier bijna nooit brieven toe, behalve somtemets een kort schrijven van Vrebos of een welruikend kaartje van mevrouw De Vleeschhouwer.

Ga, bidde, daarbinnen kijken of Madeleen nu rustig is.... Tante Olympe verliet knikkebeenend de kamer, maar 't gesleer van hare voeten was nog merkbaar alover de ruischende planken van den vloer. Ameye rechtte zich langzaam op. Heel simpellijk, alsof hij wel wist dat geen weigering te verwachten was, sprak hij: Ik ga mee. Alleene moogt ge over strate niet loopen.

't Klonk, in deze hooge kamer, zoo deerlijk, dat onnoozel muziekhuizeken. Op strate was er weinig rumoer af en toe het tijdelijk gerij van een sjeeze. In den hof ruischte het zoevend geboomte. Hier, alleene en gelukkig, maakte Vader een zottig lawaai, gedurig bezig met zijn nutteloos bedrijf, alsof zóo eeniglijk zijn leven was en niets hem aanging daarbuiten.

Als ze echter alleen op strate kwam en 't groote gewoel der stad hoorde, was alles weer vergeten, en vuurde slechts nog in haar ziele 't verlangen om geweldig te leven.

Hij schaterde met geveinsde leute, en ze maakte even een pruilend moezeken, zich ten halve kantewaarts wendend: Ik zal u niets meer vragen. Doe dat. Ze moest dan meelachen. Als ze weer met hem op strate was, en plots het wiegelend orkestgedruisch wegroezelde achter haar, stond ze lijk dronken in den kouden avond.

Zoo gauw Odo buiten op strate en alleene was, neep hij de vuisten en knieën en beet op de tanden dat ze kraakten. Alle twee de mijne zijn 't! en gij of een ander en zult er geen poot aan steken, verdoemenis! de mijne alle twee!

Ze gingen ook een tijdeken zonder spreken, en dan was 't alsof hunne gepeinzen, hooge boven het zot lawaai der strate, ievers in buitenzinnelijke vredigheid tegare kwamen, éen-wordend en bij parende rijen rondbijzend als een vlucht van gekoppelde tortelduiven.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek