Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Wat een allerliefste stem! zei Ursule. En hoe zij die te leiden weet! zei mijnheer Vrebos. Mijnheer Devleeschhouwer peuterde aan zijn baardje en knikte goedkeurend en luisterde met welbehagen naar mevrouw Wilder, die de kwaliteiten van dezen zang overschatte.
Ze was tevreden dat ze, bukkend om 't lichte gerief op te rapen, alzoo haar blozende wangen kon verbergen. Een leelijke rimpel groef een nijdige schaduw om Goedele haren mond. Ze zei, koud: Doe nu niet gek! Ik zie wel dat ge geerne er aan denken zoudt.... Maar helpt mijnheer De Vleeschhouwer u niet hierin? Moeder heeft me aan Vrebos geholpen.... A-propos, die komt straks weeral!
't Ligt hier zoo alles in wanorde! En ze had dan nog een haastige beweging om de zijden draadjes, die tallenkant uiteengewaaid waren, een beetje te schikken. Een haastige stap klonk op den drempel. De peizelijke groet van Vrebos viel haar zwaar te moede en ze kon nauwelijks glimlachen. Ze staarde naar de boterbloempjes op het borduurtamboerijn.
Zoo zat hij te raden en te rekenen en te kijven met het boekje of met zijn eigen vorig idee.... Er werd gebeld en Marie deed het hooge hekken open. Albien zag Sebastiaan Vrebos door de voorzichtige splete te voorschijn komen, en hij vouwde fluks zijn blaarkens bijeen om hem vóor te loopen. Wel! wie dat er dáar is! Hij was in den grond wel niet erg met die komste ingenomen.
De tuin lag met blanken rijmel bestoven en de strate, onder den tert der menschen en 't gerammel der wagens, klonk bijzonder luidelijk. De postbode bracht, al heel vroeg, een brief voor Goedele. Wat is 't? vroeg Ursule. Hij werd koortsig opengebroken. Er kwamen hier bijna nooit brieven toe, behalve somtemets een kort schrijven van Vrebos of een welruikend kaartje van mevrouw De Vleeschhouwer.
Ze was een appel aan 't schillen en deed het zoo los en grove, dat mevrouw Wilder het haar met een kort woord en een lachje opmerken deed. Ze keek met schuchtere blikken op naar Sebastiaan en een wijlken bibberden hare wimpers. Weet ge nu niets van de menschen aldaar, mijnheer Vrebos? vroeg ze. Hij wendde naar heur zijne blauwe oogen, nog zat van Goedele's beeld. Niets, juffrouw.
Hij heeft dees van verre besteld, meende zij. Sebastiaan Vrebos was sinds veertien dagen naar Weenen vertrokken om er in de Albertina enkele teekeningen van Hieronymus Bos en een paar tafereelen van een ouden Brueghel te bezien. Van avond zou hij terug zijn.
Goedele had geschrikt. Al was haar inzicht tegenwoordig toch met Vrebos te trouwen, ze wist niet dat de daad zoo dichte bij haar was, gereed om te gebeuren. Ze meende wel dat niets restte van haar vroeger leven en dat haar geweten bedaren zou in eene opoffering ... in dees huwelijk, dat elkendeens wensch omsloot. Ze meende 't zoo allemaal wel.
Ze vond het wel aardig dat een djentelijke man om haar in deze droevige woonste komen wou en 't vleide heur aangenaam. Ze kreeg met welbehagen de stille bekentenis van Sebastiaan en voelde zich gelukkig omdat hij zegde door haar zoo gelukkig te zijn. Moeder verklaarde dat dees huwelijk heur aanstond, en mijnheer Vrebos werd met zijne aanvraag goed ontvangen.
Wel, mijnheer Vrebos, schetterde het nooit moede stemmeken van juffrouw Bella, wel, mijn goede heer, hoe zonnig ook het verre land is, hoe zonnig toch is 't huis waar verlangende herten wachten.... Ze loerde daarbinst naar Goedele met liefelijke blikken, en draaide haastig omme haar ongedurig lijf en gilde: Oh! l'amour! Elkendeen had zijn aangewezen plaats in de eetzaal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek