Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 oktober 2025
Op zekeren dag lagen er een paar straatjongens op den grond en wroetten in de goot, waarin zij oude spijkers, penningen en dergelijke dingen vonden. Het was een smerig werk; maar zij hadden er nu eenmaal schik in. «Ai!» schreeuwde de een, die zich aan de stopnaald stak, «dat is ook een kerel!» «Ik ben geen kerel, ik ben een dame!» zei de stopnaald; maar niemand hoorde het.
«En nu zitten we hier en glinsteren!» zei de glasscherf. Op hetzelfde oogenblik kwam er meer water in de goot; het stroomde over den kant heen en voerde de glasscherf met zich mee. «Ziezoo, nu wordt zij bevorderd!» zei de stopnaald. «Ik blijf zitten, ik ben te fijn; maar dat is mijn trots, en die is achtenswaardig!» En trotsch zat zij daar en had vele verhevene gedachten.
«Deftig?» zei de stopnaald. «Neen, maar hoogmoedig! Er waren vijf broeders, allen geborene «vingers». Zij stonden trotsch naast elkaar, ofschoon zij van verschillende lengte waren. De eerste, Duimelot, was kort en dik, deze had maar één gewricht in den rug en kon maar één buiging maken; maar hij zeide, dat, als hij iemand afgehakt werd, deze niet meer voor den krijgsdienst deugde.
In de luchtblazen, die men tusschen het vleesch ziet, moet men met eene stopnaald prikken, waarin men voor alle zekerheid een langen draad knoopt, om haar gemakkelijk terug te kunnen vinden. Hoe stijver de worst gestopt is, des te beter zal zij blijven; los gevulde worsten krijgen spoedig een sterken smaak, en men zal er bedorven plaatsen in vinden.
«Ik ben te fijn voor deze wereld!» zeide zij, toen zij in de goot lag. «Maar ik weet, wie ik ben, en dat is altijd een klein genoegen!» En de stopnaald behield haar trotsche houding en verloor haar goede luim niet. Er zwommen allerlei voorwerpen over haar heen, spaanders en strookjes van oude kranten. «Kijk eens, hoe zij zeilen!» zei de stopnaald. «Zij weten niet, wat er onder hen ligt!
Het lak was er afgegaan en zij was ook zwart geworden, maar zwart maakt slanker, en nu dacht zij, dat zij fijner dan vroeger was. «Daar komt een eierschaal!» zeiden de jongens, en nu staken zij de stopnaald in de eierschaal vast. «Witte muren en zelf zwart,» zei de stopnaald, «dat kleedt goed; nu kan men mij toch zien! Als ik maar niet zeeziek word, want dan moet ik braken!»
Een kleermaker had een zoon, die was wat klein uitgevallen, niet grooter dan een duim, daarom heette hij ook »Duimpje.« Maar er zat pit in hem, en hij zei tegen zijn vader: »Vader, ik zal, en ik moet de wereld in!« »Flink zoo, mijn zoon!« zei de vader, en hij nam een stopnaald, en maakte bij het licht een knop van rood lak er aan, »daar heb je nog een degen ook meê op weg!« Nu zou het kleine snijdertje nog voor het laatst mee eten, en hij huppelde naar de keuken, om te zien wat moeder voor zijn galgenmaal bereid had.
De deur sprong open en daar stond hij in zijn wijde chambercloack, met eene groote blauwe sok in de eene hand en een stopnaald in de andere; hij scheen er in het geheel niet verlegen mee, want toen ik excuses maakte en voorbij stoof, wuifde hij mij na met sok en al, terwijl hij op zijn luiden, opgeruimden toon riep: "Gij heeft schoon weder foor uwe Spaziergang. Bon voyage, mademoiselle."
«Past maar goed op, dat ge mij vasthoudt!» zei de stopnaald tegen de vingers, die haar voor den dag haalden. «Laat mij niet vallen! Als ik op den grond rol, dan vindt ge mij stellig niet meer terug, zoo fijn ben ik.» «Dat zal wel schikken,» zeiden de vingers en pakten haar om het lijf beet.
Ja, het eene heeft het andere niets te verwijten, het zijn gelijke kinderen, van hen kwam alles goeds, de natuur had hen rijkelijk bedeeld; wat zij indertijd gedacht en gesproken hadden, was niets anders dan kinderpraat. Er was eens een stopnaald, die zich zoo fijn waande, dat zij zich inbeeldde, een naainaald te zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek