Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 september 2025


Languit op een mat lag een man, pas terug van de sawah, waar hij met zijn buffels den geheelen werkmorgen, van zes tot elf, had geploegd, siësta te houden. Wat rondom stonk was erger dan een mestvaalt; maar hij, de armen onder het hoofd, lag daar in schaduw en niets-doen, te neuriën van onuitsprekelijke tevredenheid. En, eigenlijk waarom ook niet? Waarom zou vuilnis vroolijkheid weren?

Daarna liep hij enkele herbergen af waar hij borrels dronk en kaart speelde. Met hoogrood gezicht en waterige oogen kwam hij tegen twaalf uur terug. Hij zag er altijd woedend uit en zijn adem stonk naar jenever. Hij slikte als een dier zijn eten in, sprak meestal met niemand een woord en ging dadelijk na den eten een paar uur op zijn bed liggen.

De Turken die hy ditmaal tegenover zich zag hadden geen verschrikkelyk voorkomen. Ze waren ongewapend en vermoordden geen enkelen zuigeling. Vrouw Claus stond allerhuiselykst aan 'n wasemende waschtobbe de zeep stonk... turksch! en pater Jansen rookte even huiselyk 'n goudsche pyp. Zoo, jongeheer, ben jy daar? Komaan, dat 's goed!

Toen heb ik mijn handen aan den rand van de tafel moeten vastklemmen, wissen Sie.... want ik wou opspringen en hem naar de keel vliegen.... het uitschreeuwen.... mais criez donc, nom de Dieu.... die goeie oude heer, hij had 't moeten weten.... We zullen maar wat blijven loopen hier aan de zee, vindt ge het goed?.... we hebben nog wel den tijd, 't is nog niet éen uur op de zon, dat klokje staat maar nooit stil.... 't is hier frisch, 't stonk daar ginds.... poeh.... petit homme, also Sie sind Holländer!

God, wat stonk 't hier weer wat hadden z'n longen 'n moeite, 'n moeite.

Ik oordeelde 't voorwerp, niet belangrijk genoeg, immers niet dringend genoeg, om er my langer by op te houden en ging voort. Afklimmende, zag ik op eenigen afstand een rook opgaan. Hier dacht ik nu menschen te vinden. Ik was, eer ik het wist, aan de plaats; maar het was een rook uit den moerassigen grond opgaande, die zwavelachtig stonk, en vrij heet was; en ik verwijderde my van dien plek.

's Nachts sliepen de vader en moeder in de bedstee; het jongste kind lag naast de moeder; een meisje sliep aan hun voeteneind, als zij niet te veel spektakelde van de stuipen; een ander meisje sliep in het hokje waar de gootsteen stonk; de drie oudsten zochten 's avonds wat lompen uit de bedstee, persten 'n havelooze matras tusschen de tafel en den muur, lagen zoo.

Daar begon het in den ketel te broddelen en te pruttelen en te sissen en te zieden, en de damp kwam eraf, niet aangenaam-riekend als wanneer tante Trees pannekoeken bakte, doch het stonk zonder genade. "Hatsji!" zei Drikus. "Hatsji! Hatsji!" Boven tegen den hemel begon het te rommel-donderen. De wilde wind woei en teisterde de takken der boomen.

"Zij sprongen kermend recht en wilden vluchten, maar er kwam een schromelijke donderslag, en al de kaartspelers waren verdwenen! Het stonk er in de kamer, als hadde men er honderd busselen solferstekken gebrand.... Zie, daar in dat achterpoortje van het kasteel moeten wij zijn. Ik heb uwe kamer gereed gemaakt, en ik hoop dat u niets zal ontbreken. Volg mij, ik zal u den weg wijzen."

Stegen en portalen, als even zoovele zinkputten, braakten hun vuilen stank en modder en leven op de onregelmatige straten uit, en het geheele kwartier stonk naar vuil en ellende. Ver in dit hol, waar de misdaad huisde, stond een laag-gevelig winkeltje met een luifel, waar ijzer, oude lompen, flesschen, beenderen en vettig afval opgekocht werden.

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek