Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 november 2025
Toen het sterker ging regenen, droeg een der kijkende vrouwen een oud zeil aan en lei 't op het beddegoed. Ze dropen langzamerhand allemaal af. Op straat, op de stoep, in de modder, natgeregend stond het beetje huisraad. De man liep heen. Het meisje bleef schuilen in de deurpost.
Toen ik in onze straat en bij ons huis kwam, zaten de anderen reeds rustig op de stoep, zoo maar op de koude, hardsteenen stoep. Een luid gejuich ging op, toen ze me zagen. Geen oogenblik hadden ze gevreesd, dat ik »in die kerel z'n poote" was gekomen. Ze waren dus geen zier ongerust omtrent mij. Ik zou me wel gered hebben op een of andere manier.
Terwijl de deur achter hem werd gesloten en gegrendeld, bleef hij luisterend op de stoep staan, tot de jongens binnen alles verzekerd hadden en hun heengaande voetstappen niet langer te hooren waren; toen sloop hij zoo vlug hij kon de straat uit. Het huis, waarheen Oliver gebracht was, lag in de buurt van Whitechapel.
Met een rukje van haar duim en wijsvinger maakte zij het onderste knoopje van haar handschoen dicht, leî daarna gauw haar blauwe doekje over den linker arm, waar zij ook de roomkleurige parasol meê droeg en wipte de stoep af. Jozef bracht zijn arm naar voren om haar te helpen. Zij ging op de achterbank zitten naast haar vader.
Wel twintigmaal stuurde hij het kanaal in, zoover het touwtje reikte, en dan trok hij zich bedaard naar de stoep terug, om een oogenblik later weer van wal te steken. Dat spelletje duurde zoo lang, tot het touwtje brak, en Dikje met zijne tobbe, zonder dralen, naar het midden van het kanaal dreef.
Men hoorde met groot lawaai schreeuwen, dat men het huis wilde plunderen. Mevrouw de Ruyter ontbood dadelijk Wessel Smit, een kapitein van een vendel burgers, bij zich, en deze riep van zijn stoep af het volk toe: "Wat wilt gij? Wat is er te doen?" 't Antwoord was niet bemoedigend. "Jij dikke schelm, kom van de stoep, men zal je op zijn Jan de Witts behandelen," klonk het hem toe.
Hij zat op een trede van de stoep der kerk, als iemand, die van vermoeienis uitgeput is, en vertelde met een langzame en ernstige stem aan een talrijk gehoor, dat hem omgaf, door welke beproevingen de zielen der gestorvenen moeten heengaan, alvorens het hemelsch verblijf te bereiken. "Het is op de aarde, dat men door aanhoudende inspanning den hemel moet verdienen," zei hij ten slotte.
Aan de ommedraai van de straat, vóór de stoep van Het huis van Commercie, hield het weer stil. Dáár stonden, eveneens op hun best gekleed, met zwarte jas en hoge hoed, en omringd van een krielende volksschaar, de heren Spittael en Potvlieghe.
"Ja, geliefde Stotters, er zyn hooge stoepen, en er was een klok met wind in den gang! Dit geloof staat als een rots! Wat er wankele of bezwyke, wy houden vast aan die hooge stoep en aan dien wind!
Daar had je »de gouden stoep". 't Was een hardsteenen stoep, drie treden op en dan een bordesje. Langs de treden en het bordesje stonden ijzeren paaltjes, die ijzeren leuningen droegen. En nu spreekt het vanzelf, dat wij voor onze spelen alle stoepen naastten, dus ook deze. De straat was te smal, om daar genoeg aan te hebben. Dan moest je wel de huizen en de schuiten annexeeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek