Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Met welke gevoelens van dankbaarheid jegens de Voorzienigheid, mijnheer Krüger en ik aan land gingen, zal ik wel niet behoeven te zeggen. Bij het opgaan van de stoep van het woonhuis, werden wij door Hendrik Petersen, die op de veranda thee dronk, bijna omvergeloopen, zoo woest sprong hij ons tegemoet en omhelsde hij ons.
Joodje, dat hem zag staan met het valies in de hand, riep van de stoep van Casino, wenkend met schoenborstel. Ja, hij had nog wel tijd. Blinde tante Reggie wachtte 'm eerst tegen middag hij voelde zich vuil-stoffig van de lange reis in den trein. Zijn valies zette hij neer en joodje plots vlug van bewegen, gemeenzaam van toon daar hij jóod voor zich had, stroopte de broekspijp, schuierde snel.
Op de stoep staand voelde Paul zich bevooroordeeld tegen de bruid en haar familie. Het kan nog meevallen, dacht hij, maar hij geloofde 't niet. Na een paar minuten werd er opengedaan en gingen ze binnen in de ruime vestibule, mat-wit naar alle kanten, flauw verlicht, grijzig van schaduwen.
Het regende een weinig doch desniettemin of liever juist daarom zat Berkheij op zijn stoep met een kopje naast hem, waarin hij het regenwater opving en er een harde korst roggebrood indoopte, 't welk hij met smaak ophapte. "O jou lekkerbek! o jou smulpaap!" zeide 't Leeuwtje, schertsende: "dat had ik niet van je verwacht, dat je zulke weelde zoeken zoudt.
Hij zag menschen druk voorbijgaan, een oogenblik loopen in het vierkante raam der deur, haastig en met doellooze oogen kijkend, achter den zwarten rug van den ondermeester om, die met zijn magere beenen op de stoep de wacht stond te houden. Dan zag hij de groentevrouwen en de mannen die naar het werk toe gingen, hij hoorde ze niet alleen, hij kon ze zien ook.
Hij vloog door den tuin, de plaats achter het huis op. En steeds jaagden de menschen achter hem aan met geschreeuw en gelach. De kleine stumper vloog voort zoo hard hij kon, maar 't scheen toch, dat de menschen hem zouden inhalen. Toen hij voorbij een arbeidershuisje liep, hoorde hij een gans kakelen, en hij zag een wit veertje op de stoep liggen. Daar had hij eindelijk den ganzerik.
Zij èn de buurjuffrouw èn de groentenverkooper èn de vischvrouw volhardden in hun meesmuilen en hoofdschudden doch geen tien tellen later snelde Mozes de stoep weer op, trok aan de bel en riep: »Kijk, aan den overkant steken ze op het politiebureau de vlag uit, kijk Aagje, 't is waar, Goddank!« Ze waren geen eenlingen. Och, neen!
Intusschen was zij een halve gracht voortgegaan, en zie, daar stond ze voor het huis, waar zij wezen moest. Vlug, als een meisje van drie zesjes schier, vlug wipte ze de stoep op, en de schel ging over, tot twee malen toe. Een knecht, in geel linnen jas, deed open. "Is Eefje thuis?" vroeg de blaauwbessen vrouw.
Met klokslag twee stond Valentijn weer op de stoep en schelde aan. Wat was de arme man teleurgesteld, toen hij van de knecht hoorde, dat de juffrouw niet voor hem te spreken was. "Och, och," zuchtte hij, "wat spijt me dat!" Juist wilde hij treurig de stoep weer afgaan, toen het heele huis op eens dreunde van harde slagen. "Paf, paf, paf, paf!" ... 't was, of er geweren afgeschoten werden.
Een kleine handwagen ratelt in haar midden. Hoor! Een vrouwenstem klinkt luide van de hooge stoep naar beneden en tegen den snijdenden hagelwind in. Men weet niet wat zij vraagt. Dokter Helmond? O nee, dien hadden ze niet, en moesten ze ook niet hebben. Dokter Helmond mocht de champagne nog in 't hoofd zitten, en slapen misschien in den zijden sleep van zijn vrouws japon!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek