Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Hij hoorde nog: Da's wel .... da's wel .... ik had zoo'n redelooze bangheid alweer .... Dek u goed dicht, beste jongen. En de deur schoof stillekens toe. Op een middag van Maart, na een ritje in het Terkamerbosch, stond Rupert Sörge in zijne toiletkamer, alleen.
Luister, en hou het u voor gezegd: laat het onweder stillekens wat afdrijven; laat de krijgsknechten gedeeltelijk naar Frankrijk vertrekken; geef de Fransen en Leliaards wat toe, opdat zij in hun waakzaamheid verslappen...." "Neen," viel Breydel in, "dit mag niet zijn.
Maar dan is het juist ook de tijd om te reageeren en niet toe te geven aan het waanwijze suggereeren van ouderdom bij voorbeeld door een steile trap. Want als men die suggestie gehoorzaamt, dan gevoelt men zachte indolentie stillekens en onhoorbaar ons naderen... men glijdt in gemakkelijke stoelen en loopt weinig.
Marieken stond weer achter den toog en een kindermeid voerde den kinderwagen straatjes om in de buurt. Snepvangers had een vischverlof en ging, zoolang het seizoen het duldde, mee uit visschen. Toen het najaar stillekens naar den winter liep, moest hij zich weer bepalen met 's morgens het waterspel van Sander na te kijken dat wel iets van zijn aantrekkelijkheid verloren had.
De ruiter keek naar hem terwijl hij met den hoofdman praatte; rondom hem in dit kamp waren ontelbare wapenlieden, naast hem reed stillekens Mevena met haar zuigend kind, hij wist niet hoe hij ontkomen zou. Doch zonder omkijken, recht in het zadel, reed hij voort en vroeg nog tweemalen den weg naar Rogier.
Van garnizoen naar garnizoen had zij hem gevolgd en nu leefden beiden stillekens onder vreemde menschen. Snepvangers zag in hem een toonbeeld der voorname wereld. Hij zwoer bij de woorden van den Generaal, droeg ook handschoenen wanneer hij naast hem liep en knikte diepzinnig bij elk betoog.
Dat is de nieuwe tijd, stelde Madame Snepvangers vast. Zij was inschikkelijk nu zij naar hartelust haar leven had ingericht. In onzen tijd, meende Madame Craen, werden er zooveel babbelguigjes niet gemaakt, en kinderen kwamen er ook. De wetenschap heeft veel verbeterd, verzekerde Marieken. Craen en Snepvangers profiteerden van de gelegenheid om stillekens naar de kroeg te sluipen.
Die man kon peiselijk de driftigste woorden voorleggen, elk schoon op zijn beurt, nevenseen, kalm, stillekens, alsof hij éen vóor éen daar broze eieren telde. De kleine telefoonschel klonk. Er hing een kleine mikrofoon tusschen de twee hooge vensters aan den muur.
Ja,... eerst wou zij niet vluchten... tot Vrijdagmorgen hebben wij in onzen kelder gezeten... dan kwam haar kozijn, de diamantslijper... Was dat haar kozijn, Miranda? Zoo heeft zij toch altijd gezegd, Madame... en dan sprak zij van weg te trekken... en ze zijn er stillekens uitgemuisd... lieten mij alleen... zij was mij te jong.... Een poppeken lag dood op den nest, Miranda.
Kom, kom, neem nog een borrel, Snepvangers; weeral baars, nu vangt ge niks meer dan baars... Lekkere genever, vergoeilijkte nu ook Snepvangers. Straks leggen wij ons gerief op den kant en vangen een uil... Als het te warm wordt, dan bijt de visch toch niet meer... Daarna gaan wij spek met eieren eten bij den boer, dan wandelen wij stillekens naar huis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek