Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
De Koning Assentijn, met zijn lijfwacht, was binnen gereden. Ziet gij dan niet allen, riep Keye voort; dat Gawein is gewond, zwaarder dan is Gwinebant? Legt hem dadelijk naast Gwinebant in het wonderbed of zijn leven rint hem weg uit den lijve! De gezellen, één oogenblik, meenden, dat Keye spotte als altijd. Maar hij spotte niet.
Deze sombere, norsche en menschenhatende man, die met alles spotte, en die bij elke gelegenheid op de liefde, het huwelijk, de vrouwen en hare gebreken schold, werd de onwaarschijnlijkheid blijkt bijna even dikwijls w
Ze was reeds hoovaardig op haar schat, en ze glimlachte in haar fel verlangen. Wat zou 't wezen? Ze bezag peinzend haar blanke pols. Haar handen vleiden heur blonde haar. Ze lachte tegen haarzelve om haar schoonheid, die nog machtiger zou worden door wat de schipper medebrengen zou. Ze vertelde het alom, en ze spotte met alle vrouwen.
"Ik begrijp het wel: er zijn dieven, struikroovers in dit leelijk bosch, en mijnheer Reimond is misschien het hoofd der bende!" "Kom, Isabel, gij zijt zinneloos," spotte het meisje. "Mijn oom een struikroover! Waar zijn uwe gedachten?" "Ja, mejuffer, gij kent uwen oom ook niet," zeide de meid.
Zoo als hij ook nu spotte, achter de edele vier, knikkende met zijn grauw ruigen gnome-baardkop. Schouwt eens wat eensgezinde familie! God geve hun eere, o ridderen! Wie zijn die?? Vader met dochterlijn en schoonzoon, dacht mij?? Schildknaap er achter?
"Berg je, menschen, berg je!" spotte Dries. Maar hij ging toch een beetje op zijde, om Jan te laten passeeren. 't Hielp echter niet. Nauwelijks was Dries van plaats veranderd, of Jan merkte, dat de fiets daar rekening meê hield en weer regelrecht koers hield naar Dries. "Op zij! Op zij!" schreeuwde Jan. Maar op 't volgende oogenblik bonsde hij tegen Dries aan.
Maar de ridders zwegen, wachtende op Gawein. En iedereen zweeg, ook Guenever, ook Keye zelfs, die altijd spotte, ook Merlijn, die jong, dwaas jong, met een zwart puntbaardje, achter een der Romaansche bogen verschenen was en toezag en luisterde.
Hij werd gedoopt, en nadat men aan het doopmaal zich had verzadigd, zeide de predikant lachend, want hij geloofde niet in de werkelijkheid van een droom: "Was dit niet de man in den rooden hemdrok, die je lijkkist heeft dichtgeslagen? Kom! dat zal 't wel geweest zijn?" Ze staarde hem met groote oogen aan, en zweeg. Hij spotte nog even ten haren koste, maar ze legde de handen in haar schoot.
De Keizer zèlve is gegaan en ziet deze afschuwelijkheid niet aan!! riep Tacitus. Ik hoor hier, zei Frontinus; van deze Senatoren, dat een beer den ongelukkige aan het kruis zal verslinden! Het einde van "Laureolus"! spotte verontwaardigd Suetonius. Gaat, vrienden, zei Martialis. Ik blijf. Blijft ge?? riepen zij allen. Ik blijf, zei Martialis ernstig. Dit is mijn tijd. Dien wil ik zien.
En in plaats van zich te verheugen, werd hij boos en afgunstig in zijn hart. "Zoo'n gewone, grove koolraap, een mooi present voor een' koning, dat moet ik zeggen," spotte hij. "'t Lijkt wel, of de koning niet recht bij zijn verstand is, dat hij mijn' broer daarvoor zooveel gegeven heeft! Wat moet hij dan wel niet geven voor iets moois en kostbaars, voor iets van groote waarde!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek