Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Och, Snepvangers, ze beefde als een vogeltje toen zij in den winkel kwam, zij moest zich aan den post van de deur vasthouden... Zij is zoo mager en oud geworden... Miranda, kent ge me nog? zei ze. En?... Dan heb ik haar op mijn schoot genomen en gekust!... Nu heb ik weer aanspraak en kan ik Spitsken missen... Als ge den hond gaarne ziet...
Toen zij de winkeldeur openden, hoorden zij de schel gaan en zagen zij Miranda zitten met Spitsken op den schoot. Hij zat midden van gedraaide tafelpooten, speculatievormen, teemsen en houten keukengerief. Dag, mompelde hij dof en keek hen amper aan. Een kanarie riep piet! piet! Snepvangers, vol van zijn verlies, groette niet, maar Madame werd gewaar dat er iets haperde. Wat scheelt er, Miranda?
In de achterkamer stond de piano, in de veranda, die als huiskamer diende, kefte een zwart spitsken, het salonneken aan de straat werd slechts voor vreemden geopend. Het tuintje, een voorschoot groot, bood Snepvangers en zijn dochter gelegenheid tot tuinieren. Het geurde en fleurde er met bonte bloemen en riekende kruiden, terwijl een sappige wijngaard zijn ranken schoot onder het glazen afdak.
't Is toch 'n vieze, zei Snepvangers ontsteld. Och, elk zijn goesting, troostte Miranda. Wanneer Snepvangers den volgenden morgen zijn spitsken buiten liet, las hij in de oogen van Sander hoe diep hij in zijn achting gedaald was met het kweeken van "klein geneuk". Snepvangers had veel meeval in de kanariekweekerij en zijn ambitie groeide er door. Zijn huis was een zangpaleis.
Zij hadden zoo hun geheimpjes, hun verdoken plezier en hun kameraadschappelijke verstandhouding. Als kraaiend kindje had Albertken reeds blijken gegeven van eendere nijgingen die Snepvangers ontroerden. Hij was verzot op honden, riep tegen al de beestjes even vriendelijk: Dag hondeken! Hij kon spelen met spitsken zonder het maar een oogenblik te verbalemonden, was wijs en teeder tevens.
Ja, de vogels, knikte Miranda.... Ik denk maar dat de vent eens genoeg van haar krijgt en dan.... Mijn arme vrouw!... Mijn arme vogels!... Madame lokte met moeite Spitsken van Miranda's knieën, begon hem te streelen. Spitsken heeft zoo'n schrik uitgestaan, leefde Miranda op, ik heb hem in mijn armen moeten wiegen, hij was als een kind. Het was zeker vreeselijk, Miranda?
Snepvangers kon het nieuws voor Miranda niet verzwijgen. Hij ging hem nieuwjaar wenschen en vond hem in de triestige achterkeuken die op een goor, blauwgekalkt koerken uitzicht gaf. Spitsken zat op een stoel naast hem. Een gelukkig nieuwjaar, Snepvangers. Van 's gelijken, Miranda. Zij proefden een borreltje Boonekamp, en de hond kreeg wat melk in een bordje.
Zij keerden langs den dijk, over de bruggen, in het tierig havenleven der stad weer, namen afscheid aan de halfdeur. Snepvangers vond het keffend spitsken alleen thuis. Hij lei zijn vischtuig neer en met het mandje waarin zijn vangst geborgen zat trok hij naar de Torfbrug, want hij veronderstelde dat zijn wederhelft bij Marieken op bezoek was. In den winkel stond de knecht achter den toog.
Op de Paddengracht, hingen de winkeliers de luiken weer voor de vitrienen, uit de Kattenstraat trok het volksken weg met beladen stootwagens. Miranda stond hulpeloos aan zijn deur te kijken. Bij elken slag trok hij het hoofd in en rilde. Mijn vrouw wil weg, zei Snepvangers. Dat begrijp ik... Maar we kunnen Spitsken niet meenemen... Laat hem maar hier... en de vogels...
Aan tafel gaf Antoine weer moed, verzekerde dat het land geen gevaar liep in den strijd gewikkeld te worden. Op het goed vooruitzicht werd een lekkere flesch geschonken. Opgemonterd verscheen Snepvangers 's Maandags met zijn spitsken in de straat. Er komt niks van, verzekerde hij aan Sander, Antoine heeft het gezegd... Wacht maar, gromde de Speeker, en blies door zijn goudsche pijp.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek