Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 mei 2025


Tha roka hropath spâr, spâr, men hja stêlon ånd vrslynath al wat vnder hjara snavela kvmath. Lik al tham is thåt Findas folk, hja bogath immer ovir goda êwa; ek wil setma mâkja vmb-et kwâd to wêrane, men selva nil nimman theran bonden wêsa.

Vriend Spar keek angstig in het rond, Tot hij de muis zag op den grond, Die, keken beiden nog zoo scheef, Stil aan de vloermat knabblen bleef. Maar Spar dacht: Knaap, je zult er aan! En trok zijn broek en kousen aan; Wie had ooit Snarretje voorspeld Dat hij, zoo op zijn rust gesteld, Nog in het middernachtlijk uur Zou opstaan voor een avontuur?

Hij sliep steeds aan den rechterkant, En zij dus aan de linkerhand, En duurde 't zoo ook jaren voort, Nooit werd hun zoete rust verstoord; Als hij zijn Eva had gekust, Zei zij: "Nacht Spar, slaap nu gerust En strek je beentjes, lieve guit, Maar recht toe tot den morgen uit", En verder werd, na 't kort gebed, Door d'een op d'ander niet gelet.

En was 't een oogenblikje stil, Dra klonk weêr vreeslijk Eva's gil: Vriend Spar geraakte gansch in vuur En sloeg op tafel, stoel en muur. Maar eindelijk sprong de rappe muis, Misschien toch was 't wel bij abuis Op Eva's hoofd, en zoo op 't bed. Wat Eva gilde!

Gewoonlijk eerbiedigen de vogels elkaars vischwater en vooral elkaars oude nesten; maar deze twee kwamen er zoo zonder aarzeling bezit van nemen, alsof ze op de een of andere wijze een schikking getroffen hadden met den eigenaar, die nooit meer terugkwam. Al jarenlang woonden mijn vischarenden op dien ouden spar aan de helling.

Zij vonden, tot hun bitter kruis, Geen zelfvoldoening met de muis. "Hou vast," zoo gilde Spar verbaasd, Maar door zijn overdreven haast, Viel tafel, stoel en hij meteen, Met alles over Eva heen. Daar lag de boel en Spar zei: "Vrouw! De muis is waarlijk ons te gauw; Ik geef de brui van al die pret, Vang jij de muis, ik ga naar bed." Zoo had wie heeft het ooit gehoord?

Maar bij dien tocht tegen de bergen op, verliet haar de dappere berk, de sterke den en de koppige spar. Hier verlieten haar het rendier, de Laplander en de biezen. En eindelijk, toen ze boven op den bergtop was, volgde haar niemand anders, dan de kleine Niels Holgersson. De zon rolde in een kloof, waar de wanden met ijs waren bekleed, en Niels Holgersson wilde met haar meê naar binnen.

Nadat in de derde of vierde week van den baldertijd de hanen hun kalmte herkregen hebben, keeren zij terug naar hunne gewone standplaatsen, die dikwijls ver verwijderd zijn van de balderplaatsen; de hennen beginnen dan haar nest in orde te maken. Iedere hen kiest een hiervoor geschikte gelegenheid uit en scheidt zich af van de andere wijfjes. Het nest is een ondiepe, hoogstens met eenige dorre takjes bekleede uitholling naast een oude boomstomp of een afzonderlijk staanden, sterk vertakten spar, tusschen heide- of boschbessenstruiken. Ongelukkig is de hen niet voorzichtig genoeg in de keuze van een nestplaats; de meeste nesten liggen zonder eenige beschutting naast begaanbare wegen en voetpaden; dit is een van de redenen van de geringe vermenigvuldiging van het Auerhoen. Het aantal eieren hangt af van den ouderdom van de hen. Jonge hennen leggen zelden meer dan 6

Heerlijk, zoo half Omkuifd door den dommel, Droomend te drijven op 't dobberend vlot, Te zwemmen, waar 't zonlicht Zuiltjes van licht maakt; Te spartelen onder de spar. Maar boven dat blauw, Wie boodschapt mij Van 't heerlijke, hooge Walhal? Zou het er zaliger zijn? J. B. Schepers.

"Ik heb de muis!" zoo juichte Spar, En Eva was gansch in de war Daar zij maar niet begrijpen kon, Hoe Sparrebeen zoo iets verzon. Vol eerbied staarde zij hem aan Maar, bleef op verren afstand staan. En d'edle jager sprak vol zwier: "Hier, Vrouw! hier hebt gij 't monsterdier!" Maar 't vrouwtje zei: "Ik dankje wel, 'k Heb waarlijk nu al kippenvel."

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek