United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tegen de menschen is Moustique, zoo noemt men in het gezin den luipaard, alleraardigst; hij zoekt menschelijke aanraking, gaat liggen aan de voeten van zijn meester of meesteres, wrijft zich aan alle beenen en schuift als een poes langs de rokken der dames, met hoogen staart en krommen rug en onder een gezellig snorren of spinnen van voldoening, en likt daarbij graag iemand de hand of het gezicht.

En daar Mijnheer Iwan, in gedachten verzonken, met een knorrig gezicht aan zijn lange snorren trok, meende de oude man eveneens te moeten nadenken. Hij liet een minuut voorbijgaan en zei toen: "Met dat al, Mijnheer Iwan, moet ik toch zeggen, dat het, als men eenmaal slaapt, niet aangenaam is, door de vliegen wakker gemaakt te worden.

Deze opperbevelhebber, een oude, brave ijzervreter, met groote, grijze snorren zoo dik als een worm en met een vervaarlijke bas als van een kikvorsch, was bovendien mijn beschermer en hield heel veel van mij. Hij stelde nu de infanterie op, en plaatste vier-en-twintig man in eene rij, en ook de cavallerie, waarvan hij zestien in eene rij plaatste.

En voegt zij er bij, als om te toonen dat zij goed op de hoogte is terwijl de dochter van den koning der Oeroes een helm en epauletten draagt, draagt de khanoem Shâh nog bovendien een paar lange snorren." De vrouw van den iman Djoema is nog maar half overtuigd en wil meer weten.

De lengte van 't lichaam bedraagt 60 cM., die van den staart 45 cM. De kleur van de bovenzijde is bruinachtig grijs, met een roodachtig vaal waas, dat hier en daar sterk op den voorgrond treedt; de onderdeelen zijn licht okergeel, de onderhals en de borst meestal roestrood; de rug, de staart en de snorren zijn zwart.

De binnenranden der ooren zijn wit behaard, en wel zoo, dat aan de gehooropening twee haarbosjes zich verheffen, die zich als 't ware in een baard voortzetten, welke den rand der oorschelp volgt tot haar spits, maar daar korter en dunner wordt. De kleine snoet pronkt met lange, borstelvormige snorren, die ook tot de kenmerkende eigenaardigheden van het dier behooren.

Met zijn armen vol hout kwam hij binnen en vulde de kachel bij, die weer begon te snorren. Elsje zat nu naast grootmoeder op een stoel, nam de aardappels aan, die zij schilde en wierp ze in den emmer met water: "Grootmoe vertelt, Bart," zei ze. "Vertel u nu eens, waarom wij maar één grootmoeder hebben. Gisterenavond zei u, morgen zal ik 't je zeggen," zei Bart.

Zijn heldere, ver hoorbare stem klinkt als "gluuk" en gelijkt, wanneer de klanken snel opeenvolgen, op een schaterend gelach; teedere aandoeningen worden te kennen gegeven door de welluidende klanken "guuk", "gek" of "kiep". Het "snorren", dat aan zoovele andere Spechten eigen is, komt naar het schijnt, bij den Groenen Specht niet voor.

"Da's de eerste rol, me eerste misstap..." Glorieuselijk en volkomen in z'n spel draaide de vagebond z'n snorren op, met de andere hand aldoor aaiend over z'n zeeren voet; den verhongerden dwepers-kop rood aangegloeid, de oogen vervoerd. Den volgenden ochtend vertelde de zwerver weer verder.

Het zijn dieren, die tusschen de katten en de honden in staan; het latijnsche woord beteekent "hondskat". De oranjegele huid draagt zwarte vlekken, en de ronde kop en lange staart doen aan het hondengeslacht denken, maar de allures, bewegingen en neigingen tot spelen; het spinnen of snorren, dat het dier graag doet, is volkomen katachtig.