Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
... Indien de meneer in den trijpen voltaire, de vriendelijke meneer, met zijn netjes geschoren kaken en zijn stijve snorren, niet reeds lang de "echte" Van Deyssel voor mij was geworden.
"Neen, Leopold van Zonshoven, als gij Francis Mordaunt hebt leeren kennen, zult gij weten, dat zij deze pijlen niet vreest, en al vreesde zij die, dat zij toch niet laf genoeg is om zich daartegen op die wijze te verschuilen; daarbij heb ik ze dikwijls genoeg rondom mij hooren snorren, om te weten van welke kracht zij zijn; en daarom weet ik dat het schild niet eens zou dekken: het zou maar een dubbel wit aanwijzen, en liever dan een tweede, een onvoorzichtige die zich met don Quichots heroïsme zou willen wagen, daaraan bloot te stellen, zou ik ze alle alleen op mijne borst opvangen: mij doen ze toch niets meer," eindigde zij met een minachtend schouderophalen.
Door de stad Tunis snorren de electrische trams en meer en meer breidt het spoorwegnet op het platte land zich uit. De hoofdlijnen zijn aangesloten bij de Algiersche lijnen.
Daarna dronken wij en ik speelde wat op mijn guitaar. Terwijl wij ons zoo aangenaam bezig hielden, zagen wij plotseling, op de rotsen, verscheidene mannen komen, die lange baarden en snorren hadden, een tulband droegen en op Turksche wijze gekleed waren. Wij dachten eerst, dat het onze mannen waren, die een aardigheid wilden hebben en ons bang maken, maar spoedig werden wij ontgoocheld.
Overal is leven en beweging; tusschen de boomen van de tuinen, bosschen en wouden snorren zij door: over de velden fladderen zij, deels laag bij den grond langs, deels op aanzienlijke hoogte; door de straten der stad, over de binnenplaatsen en zelfs door de kamers der woningen beweegt zich het vliegende leger. Honderden komen, honderden verdwijnen. Voortdurend omringt ons een fladderende schare.
Als men zijn vroolijk gezicht zag, zou men zich werkelijk afgevraagd hebben, of hij zich niet al te gelukkig gevoelde, aan Mijnheer Iwan nog eens een dienst te kunnen bewijzen. Hij liep, fier als een koning, naar zijn kast. Mijnheer Iwan volgde hem. De soldaat behield nog altijd zijn woest voorkomen, maar hij begon zijn snorren op te strijken als iemand, die iets goeds verwacht.
Toen onze reizigers bij de poort der stad aankwamen, versperde een reusachtige kozak met lange snorren, die als uit den grond scheen opgekomen te zijn, hun den weg. "Welken weg wil je inslaan?" vroeg hij. "Dien der eerlijke lieden," luidde het antwoord. "Waar ga je naar toe?" "Naar eerlijke lieden." "Dat is een naam, die niet altijd toekomt aan hen, die zich dien zelf geven.
De oorschelpen zijn groot en vliezig, of althans uiterst dun behaard, de oogen groot, levendig en zacht, zooals bij vele andere woestijnbewoners, die een nachtelijke levenswijze hebben, de neusgaten wijd; ook de organen voor den tastzin zijn goed ontwikkeld: aan weerszijden van den kop steken verbazend lange snorren uit.
Zij verdwenen in de groote restauratie-zaal en telkens golfde van daaruit een bouffee van muziek: voluptueus-kweelende violen bespeeld door bruine kerels met donkere oogen en donkere snorren, exotisch-opvallend in hun roode buisjes met gouden borduursels. Een oude hollandsche klok met speelwerk sloeg in zilverklank acht ure.
Zij beweegt zich, schreeuwt en is warm. Kom, zusje, spelen wij er meê. Zij zal mijn dochtertje zijn. Ik zal een dame wezen, die u bezoekt, en gij moet haar goed bekijken. Dan moet ge haar snorren zien en u daarover verwonderen. Vervolgens haar ooren en dan haar staart, en dat moet u ook verwonderen. Gij moet dan zeggen: Maar, mijn hemel! en ik zal dan zeggen: Ja, mevrouw, zulk een meisje heb ik.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek