United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel zijn de grondtonen en de grondstof en het oorspronkelik celweefsel gebleven maar over de barbaarsheid en de naïeveteit van de toestanden is door de ridderlike bewerkers een blinkend net van fijne, hoofse levensvormen en zeden geworpen: klederdrachten en feesten, de toernooien en de gehele omgangstoon is die van het nieuwe hofleven en door het wilde heroisme en het tragiese pathos zijn er tonen gemengd uit de liefdelyriek van het minnelied en de ridderromans van Hartmann von Aue: men denke slechts aan de verliefdheid van Siegfried en Chrimhilde aan het hof te Worms of de innerlike strijd van Markgraaf Rüdiger waar hij weifelt tussen riddereer en leenmanstrouw, volkomen in de trant van die van Iwein.

Daar was nog gevoel voor het ridderwezen in zijn idealisme, zijn heroïsme, zijne fijnheid van omgangsvormen; hier is daarvan weinig of niets over. Zeker, ook het dorperlijke en onaesthetische vertoont zich daar, doch tegenover die schaduw is er vrij wat licht. Maar hier? Wat is er geworden van het gevoel voor het ridderwezen, van de ridderlijke idealen?

En daarna was de strijd gekomen met de zorgen des levens, en daarna de tijd, dat hij, geheel vervuld van die nieuwe groote gedachten van deugd en heroïsme en roeping, een dam had gebouwd om het deel van zijn wezen, waaruit de droomwateren omhoog welden. Maar nu was de dam doorbroken en de oude stroom vloeide weer rijkelijk.

Daaruit steeg tot hen de stoïcijnsche gezindheid, het patriotisch en republikeinsch pathos, de doodsverachting en het heroïsme, die zij bewonderden en in zich opnamen, de gevoelswijzen waarmee zij zich vereenigden om in hun eigen voorstelling te schijnen wat de werkelijkheid hun ontzegde te zijn.

Op een sarcophaag gezeten, van waar ik de groene vlakte van Sparta kan overzien, die door de groote schaduw van den Taygetos wordt getroffen, denk ik terug aan de verre tijden, toen onze voorvaderen over het land regeerden; ik roep de herinnering aan onze beschaving op, die ik hier, ver van het vaderland, terugvind in de bogen, de latijnsche kruisen, de leliën; ik vergeet de byzantijnsche wereld, om door tijd en ruimte te gaan tot den tijd van onze Middeleeuwen, welker heroïsme vol edelmoedigheid geschreven staat op alle steenen van de ineenstortende stad.

"Neen, Leopold van Zonshoven, als gij Francis Mordaunt hebt leeren kennen, zult gij weten, dat zij deze pijlen niet vreest, en al vreesde zij die, dat zij toch niet laf genoeg is om zich daartegen op die wijze te verschuilen; daarbij heb ik ze dikwijls genoeg rondom mij hooren snorren, om te weten van welke kracht zij zijn; en daarom weet ik dat het schild niet eens zou dekken: het zou maar een dubbel wit aanwijzen, en liever dan een tweede, een onvoorzichtige die zich met don Quichots heroïsme zou willen wagen, daaraan bloot te stellen, zou ik ze alle alleen op mijne borst opvangen: mij doen ze toch niets meer," eindigde zij met een minachtend schouderophalen.

Daarom zouden zij, in de geweldige sociale katastrophe, waarvan de tijd zwanger ging, den strijd tegen alle bederf en tegen iedere uitbuiting en verdrukking voeren met zulk een bewonderenswaardig heroïsme met tragisch heroïsme, want zij moesten in dien strijd verslagen worden.