Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
"Min Allah, min Allah," antwoordt de Sjech met een goeden glimlach: "wat er heden overblijft, geven wij aan de armen, opdat zij den dag van uw bezoek lang zullen gedenken. Er zal veel overblijven, en zij zullen vele gebeden voor u uitspreken." Na de koffie gaan wij naar Naälin, het voornaamste van de twaalf dorpen, waarover Aboe Fares sjech is.
Sjech Amin Osman gezegd Aboe Fares eet alsof hij nooit een pannekoek-, rijst-en vleeschschotel hadde gezien. Nu, de kok heeft goed gezorgd. Hij geeft een schotel vleeschkoekjes, een macaronitaart als een huis, gebakken aardappels met gemurwd hamelvleesch, kip met gekookte appels, een schotel van rijst met geitjes-vleesch. Dessert.
En zietdaar informaties uit zeer vertrouwbare bron: "Amin el Hawadja was hoofd van een rooverbende en maakte het geheele district onveilig. Hij had altijd een honderd goed gewapende en goed bereden mannen onder zijn commando, die hem met hart en ziel waren toegedaan. Hij maakte een groot fortuin en dwong een groot aantal dorpen hem als sjech te erkennen.
Het vroege wakker worden in den morgen. De koelte. En de hitte, die stijgt. De vogels en de zon. Al het bonte leven in huis en hof van den eerwaarden sjech, die misschien wel het Bed der Dieven, Yatack-il-Kharamiyeh is. Maar wie zal 't zeker weten? Er wordt zoo veel gelasterd. Moge Allah, die groot is, alle lasteraars straffen en alle dieven.
Oostwaarts van Ludd en Ramleh. Niet ver van Midji, het oude Modin, de stamstad van de Chasmoneesche heldenfamilie. De donkere oogen van Adil schitteren, wanneer hij mij de uitnoodiging overbrengt. Twijfel ik nog, of ik gaan zal? Mag men een zoo machtigen sjech zóó beleedigen! Maar ik spreek nog lang geen Arabisch genoeg om mij met den sjech waardig te onderhouden.
Wij doopen dat in de olie van onze sardientjes en nemen met onze vingers de stukken sardien. Ik sidder af en toe. Maar zou ik den tweeden zoon van een machtigen sjech mogen beleedigen? En eten als de dwaze Europeanen doen met een vork en een mes? Ieder van een bord apart, als vergiftigde vijanden! En dan rijden wij af.
Vooral in den Turkschen tijd, toen eigen richting nog iets heel gewoons was. De Engelschen gaan die te keer. Sjech el Kharamijeh! Hij is er geducht rijk bij geworden. Hij heeft acht en twintig kinderen in leven. Tien zonen. En achttien dochters. Hij heeft vijftien vrouwen gehad. Dood. Gescheiden. Nu nog vier over. En dat is nu aardig.
Sakhib op het kleine grauwe ezeltje, dat in een grooten zak ook nog onze twee koffers draagt. Dan Adil. En dan ik. O, het mooie paard. De sjech is groot. Hij zendt een raspaard. En het paard heeft een veulentje van twee maanden, dat het overal naloopt. Het draagt een blauw kralensnoer om het ranke bruine halsje. Tegen het Booze Oog. En het tiptipt op héél lichte voete-pootjes. Zoo open.
En het ontbijt op het platte dak met den wijden, vrijen blik. Voor het laatst heeft nu de kok zijn best gedaan. En voor het laatst vraagt Adil of hij een zoo machtigen sjech mag beleedigen door niet veel te eten van de vele goede zaken, die ons worden voorgezet? Geven de baksjisj. En rijden af. Ditmaal met een knecht, die loopt en straks de paarden terugbrengen zal.
"Neen," zegt Adil: "bezoeken wij niet een machtigen sjech? Zou men ons meer achten, wanneer wij hem minder gaven?" Zóó is het hier. Men dingt op alles af tot het uiterste. Maar met geschenken over en weer is men ruim. En de bezoeker wordt geschat naar de waarde van zijn geschenk. "Zeker zal men ons achten," zegt Adil wel voldaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek