Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


De mankebiedt evenals zijn kameraad herhaaldelijk zijn rijtuig met een: „Rijtuig, meheer?” ofViegelant assieblieft?” aan de enkele menschen aan, die iemand of iets van ’t station moeten halen en die zich om die vraag even weinig bekreunen als om den jongen, die op een sukkeldrafje de menschen naloopt en met bibberend stemgeluid vraagt: „’N doossie lucifers, heeren?” „Zeg, Bobberd?” „Nou?”

O, ik wil niet als die kinderen zijn; ik wil geen nommer om mijn hals dragen; ik wil niet dat men mij naloopt en mij naroept: "Naar het gesticht! naar het gesticht!" De gedachte daaraan alleen deed mij reeds huiveren en mijn tanden klapperen. En ik sliep niet. En Barberin zou tehuiskomen.

Haar grappig voorkomen maakt haar tot ieders lieveling; naar het schijnt, hecht zij zich echter, evenals de Huiskat, meer aan huis en hof dan aan de menschen, hoewel zij niet zelden voor sommige personen een groote genegenheid toont, hen naloopt, hun op den schoot klimt, en zich door hen graag krauwen en koesteren laat, waarbij zij haar tevreden stemming door allerlei geluiden openbaart.

Sakhib op het kleine grauwe ezeltje, dat in een grooten zak ook nog onze twee koffers draagt. Dan Adil. En dan ik. O, het mooie paard. De sjech is groot. Hij zendt een raspaard. En het paard heeft een veulentje van twee maanden, dat het overal naloopt. Het draagt een blauw kralensnoer om het ranke bruine halsje. Tegen het Booze Oog. En het tiptipt op héél lichte voete-pootjes. Zoo open.

»Kwalijk alléén, hoor juffrouwtje kwalijk alléén, als je een fatsoenlijk mans kind wilt heeten. Wat zou je er ook doen? Ah maar, temet zit er een kennis van je verzeild? Nu, die komt er wel weer uit. En wie daar hun plezier zoeken, die zijn meest toch ook niet waard dat je ze naloopt. Kom", vermaande de man, »ik ging naar huis als ik u was. Warempel, als ik u was, dan ging ik stil naar huis."

Men voelt zijn waardigheid wankelen onder het besef dat men zwak is, hoe sterk men ook moge schijnen; dat men willoos tegenover de begeerte het andere geslacht naloopt, terwijl men den schijn aanneemt zooiets beneden zich te achten; dat men in het openbaar van esthetiek spreekt en van zelfbeheersching en zelfbedwang en deze in het geheim in het gezicht slaat.

Maar ik zal het haar doen merken, wanneer ik haar aan den scheepshaak sla; bij het ware Lichaam van God, ik zal haar voorspelen, dat zij mij naloopt als een gekkin haar kind. O zeide Bruno, gij zult haar besnuffelen als de zwijnen en het schijnt mij al, dat ik u haar rooden mond zie bijten met uw tanden als guitaarhoutjes en haar wangen, die twee rozen schijnen en haar heelemaal opeten.

"Dat's iets anders," zei de opgeschoten knaap, "maar ik kan 't niet helpen dat uw dochter mij naloopt. Haar stoeltje staat bij de schutting; niet waar, Mien?" "Je bent een gemeene jongen" zei Mien, op haar lippen bijtende; "ik heb je nooit gekend, ik wil je niet kennen."

"Bossuet!" riep Courfeyrac, "Arend van Meaux, ge zijt soms vreeselijk dwaas. Een man na te loopen, die een man naloopt!" Zij keerden om. Marius had inderdaad Jondrette de straat Mouffetard zien doorgaan, en sloeg hem gade. Jondrette ging voor hem, zonder te vermoeden dat reeds een blik op hem gevestigd was.

Indien gij uw' aanstaanden timmerman vindt in de drie voet hooge wijsheid, die dáár een stroowisch tot passer bezigt, vergun mij op te hebben met den vluggert, welke een' weinig verder een vlinder naloopt: hij zal blaken van lust om te ondernemen; hij zal koopman worden; hij zal wagen en winnen.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek