Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Amin el Hawadja heet Sjech el Kharamijeh, dat is: de Sjech der Dieven. Heelemaal geen schandnaam. Stelen is hier trouwens geen schande. Maar bestolen worden, dat is schande. Diefstal is een beleediging, die zoo mogelijk zwaar gewroken wordt. En de dieven zijn dikwijls veel banger voor den bestolene en diens familie dan voor de Regeering.

Maäloum, zegt Aboe Fares met een medelijdenden glimlach: "zij zijn allemaal bang voor mij." Er zijn gasten gekomen. Vier dorpshoofden uit de buurt van Gaza. Groote stoute Arabieren. Zij zijn hier gekomen om vee te verkoopen. Misschien is het wel gestolen vee. Maar dat weet Amin el Hawadja niet. Zij noodigen ons uit tot bezoek. Adil's oogen blijven stil en koel.

Nu, tegen den avondval, komen alle notabelen van Ramleh een praatje maken bij den apotheker. Paarden? Rijpaarden zijn er niet. Die zijn veel te duur geworden. Maar wij kunnen Amin el Hawadja wel een brief zenden om rijdieren en een gids, Wij offeren dus weder een half pond voor een nachtlooper naar Naälin.

Wij zullen Amin dus een brief schrijven, dat wij hem Dinsdag aanstaande zullen komen bezoeken. Adil belast zich daarmede. Het is een heel moeilijk werk, want Amin Effendi is een groote sjech. Wij bedenken ons op ieder woord. Maar 't wordt dan ook een mooie brief: "Aan Zijne Excellentie, den Geëerde, den heer Amin el Hawadja, dat hij altijd leve. Amen!

Iedereen in 't geheele land weet dat. Tegenover den bekenden Tewik Bek heeft hij zich uitgelaten, dat hij de Engelschen nog wel eens een loer draaien zou. "Ze konden zich nog wel eens in hem vergissen." Ook Mohammed van den heer Goldsmit kent hem. Als ik hem vraag of hij Amin el Hawadja kent, dan heeft Mohammed maar één woord. Het woord. Maäloum. En ik vraag verder: "is hij de sjech el kharamiye?"

Is iemand getrouwd, maar heeft hij geen zoon, dan heet hij Aboe met den naam van zijnen vader. Daarin ligt dan de wensch, dat een zoon moge worden geboren, die naar den grootvader heeten zal. Sjech Amin heeft ook al naamkaartjes. Engelsch en Arabisch. Daarop heet hij natuurlijk Amin Osman el Hawadja. Maar iedereen kent hem onder den naam Aboe Fares.

Rechts boven, vlak in den hoek: "Van El-Kuds," dat beteekent: "De Heilige." Zóó noemen de Arabieren Jeruzalem. Links vlak in den hoek: "Naar Naälin." En midden in één lange lijn: "Aan Zijne Excellentie, den heer Amin el Hawadja, dat hij lang leve. Amen!" Gij, Hollandsche lezer, denkt nu, dat wij op dezen brief een mooien gelen postzegel hebben geplakt van vijf millièmes, en toen hebben gepost?

Adil biedt grootmoedig aan mede te gaan. Nietwaar, anders moest ik toch een tolk medenemen en misschien nog wel een gids. Goed, maar als wij eens afdoend bestolen werden? En ik vertel Adil wat ik van den waardigen Sjech el Kharamijeh heb gehoord. Maar nu wordt Adil heel boos. Mag men een machtigen sjech zóó belasteren? Zeker weet de wijze Amin el Hawadja alle dieven en alle diefstallen.

Haar broer een van de stoutsten en sterksten onder de Joodsche ruiters. Ik zeg iets over mijn bezoek bij den Mufti. En over de drie mooie, zwijgende Arabieren, die ik voor rustige landedellieden houd. De wondere naam El Hawadja is mij natuurlijk bijgebleven. Maar dan word ik door den vader uitgelachen en ingelicht. Wat, kon ik Amin el Hawadja niet? Dat is de grootste dief van heel Palestina.

En zietdaar informaties uit zeer vertrouwbare bron: "Amin el Hawadja was hoofd van een rooverbende en maakte het geheele district onveilig. Hij had altijd een honderd goed gewapende en goed bereden mannen onder zijn commando, die hem met hart en ziel waren toegedaan. Hij maakte een groot fortuin en dwong een groot aantal dorpen hem als sjech te erkennen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek