Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
"De pater zegt dat je je moet voorbereiden op biechten, mijn kindje," zeide zij. "Laat haar nu alleen, dan kan ze haar gewetensonderzoek doen." "Maar ze heeft immers nog geen week geleden gebiecht!" protesteerde Sinang. "Ik ben niet ziek, en ik zondig niet zoo vaak als zij!" "Och kom, weet je niet wat de pastoor zegt? De rechtvaardige zondigt zeven maal op een dag.
Mijn vriendin Sinang en Andeng, mijn zoogzusje, zeggen dat hij bepaald wat onwijs is, want hij eet niet en hij baadt zich niet, en woont in 't donker. Maak toch dat hij niet meegaat!" "We kunnen hem onmogelijk overslaan," antwoordde Ibarra in gedachten. "'t Gebruik in 't land wil dat nu eenmaal. Hij komt bij je aan huis, en bovendien heeft hij zich tegenover mij bijzonder edelmoedig gedragen.
Zijn verschijning wekte een gemompel: ieders aandacht vestigde zich op hem en op den pastoor. Maar de jongeman scheen 't niet te merken, want hij groette ongedwongen Maria Clara en haar vriendinnen, en zette zich naast ze neder. De eenige die sprak was Sinang. "Ben je naar de 'vulkaan' gaan kijken?" vroeg ze. "Nee, meiske, ik heb de Capitán general vergezeld." "Wel, da's jammer!
Padre Salvi zag van zijn schuilplaats Maria Clara, Victoria en Sinang door de beek loopen. Alle drie keken met aandacht naar de oppervlakte van het water, om naar 't geheimzinnig reiger-nest te zoeken. Ze liepen tot de knieën in 't water. De ruime plooien van hun badkleedjes verrieden de bevallige lijnen van hun beenen.
De pastoor wierp een snellen blik naar Maria Clara, die luisterde, maar zonder de oogen op te slaan van de muziek voor haar, in weerwil van de stille kneepjes die Sinang haar toediende. Zoo drukte deze haar vreugde uit. Als ze alleen was geweest, had ze gedanst. "Padre Dámaso?" vroeg Linares.
't Overvloedige zwarte haar en de ruime plooien der luchtige gewaden golfden in den morgenwind. 't Waren Maria Clara en haar vier vriendinnetjes: de vroolijke Sinang, haar nichtje; de streng-bezadigde Victoria; de mooie Idai en de ernstige Neneng met haar bescheiden schuchtere schoonheid.
Dat doet hij, om zich los te werken, maar hij zit in elkaar gerold. Wacht... hij is groot: zijn lichaam is bijna een palm of meer breed." "Wat moeten we doen?" werd er gevraagd. "Vangen!" zei er een. "Jezus! En wie moet hem dan vangen?" Niemand waagde het daar neer te dalen. Het water was erg diep. "Als we hem eens aan onze bangka vastbonden, en hem zoo in triomf wegsleepten," zei Sinang.
"Ik geloof het niet, want ik hoor dat hij eens juist tegen toelisan's gevochten heeft, die een huis wilden plunderen." "Hij ziet er heelemaal niet als een misdadiger uit!" voegde Sinang eraan toe. "Nee alleen kijkt hij erg droevig uit zijn oogen: ik heb hem den heelen ochtend geen enkelen keer zien lachen," antwoordde Maria Clara peinzend.
Zeg, weet je dat sinds je ziek geworden bent, de twee lampen, die hij liet aansteken, weer uitgedaan zijn?...Maar kijk nu toch 's wat 'n oogen hij opzet, en wat 'n gezicht hij zet!" Op dat oogenblik sloeg het op de huisklok acht uur. De pastoor huiverde, en zette zich in een hoek. "Hij komt al!" zei Sinang, en kneep Maria Clara in den arm. "Hoor je 't?"
"Wat overkomt je?" vroeg Maria Clara. "Stel je voor; ik vraag: 'Wanneer zal ik verstandig worden? Ik gooi de dobbelsteenen, en hij daar, die mislukte pastoor, leest in 't boek: 'Wanneer de kikkers haren zullen krijgen! Hoe vind je dat?" En Sinang trok een leelijk gezicht tegen den oud-seminarist. Deze bleef lachen. "Wie zegt je ook om zoo'n vraag te doen?" zeide haar nichtje Victoria.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek