Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Hebt gij genade betoond, toen ge Rahmana liet dooden en toen ge haar vader liet doodgeeselen?" »Genade," smeekte de lafaard nogmaals, »genade! Ik zal u al mijn goud geven en mijne schoonste vrouw, maar spaar mijn leven." »Zwijg!" brulde ik woedend, »of bij Allah en den grooten Profeet ik dood u, ellendeling die gij zijt! Luister, o Sid-Moessa! Gij hebt mij gehoond, beleedigd.
Ik snelde voort, maar hoorde achter mij de stem van Sid-Moessa, die zijne soldaten tot de vervolging aanspoorde, hun alles belovende zoo zij mij gevangennamen, hetzij levend of dood. Ik behoefde mijn paard niet aan te sporen, het edele dier liep als een razende. Mijne vervolgers gaven het op, de een na den ander; eindelijk floten mij een paar kogels om de ooren.
Mijn vroeger beroep vaarwel zeggend, nam ik mijn geweer en sabel mede en vertrok uit Tanger, zonder aan iemand iets te zeggen. Ik ging naar de bergen en voegde mij bij eene rooverbende, die voor niets terugdeinsde, doch er bestond onder hen weinig of geen tucht. Ik deed hun den voorslag het huis van Sid-Moessa te plunderen en beloofde tot gids te zullen strekken.
Mijn voorslag, hoe stout ook, werd door deze lieden met gejuich begroet en op een der eerstvolgende nachten brachten wij het plan ten uitvoer. Met de geheele bende, wel vijftig man sterk, drong ik des nachts in de stad en in het huis van Sid-Moessa. Dit werd geheel uitgeplunderd en uit den harem namen mijne woeste metgezellen de vrouwen mede, die hun bekoorden.
Daar er mij alles aan gelegen is vóór Sid-Moessa bij mijn volk aan te komen, dat hij anders wellicht overrompelen zou, ging ik dadelijk op weg, vertrouwende op de snelheid van mijn paard. Op den namiddag bereikte ik een nauwen bergpas, die mij wel bekend was. Mijn weg voerde daardoor. Doch toen ik de engte uitkwam, stuitte ik opeens op den troep van Sid-Moessa.
Nu poogden zij de steile rotsen te beklimmen, maar helaas! bij het licht der maan, dat nu en dan dit tooneel bestraalde, zagen zij de rotsen met mijne krijgers bedekt, die eveneens hunne kogels in den opeengedrongen hoop zonden, waar elk schot zijn man trof. Toen begon men te schelden en te tieren en den aanvoerder te vervloeken. Men drong op naar Sid-Moessa om hem te dooden.
Als een gejaagd dier liep hij bovengekomen voort, en nauwelijks waren eenige oogenblikken verloopen of een boven alles uitklinkende kreet trof onze ooren, die zelfs voor een oogenblik het gevecht deed staken, zoo hevig was de uitwerking op ons allen. 't Was Sid-Moessa, die dien kreet had geuit.
Zij wierp zich voor de voeten van Sid-Moessa neder en bad en smeekte hem haar te laten gaan; ook haar vader paarde zijne bede aan de hare, doch niets mocht baten. Rahmana werd in de vertrekken van den schurk gevoerd, en haar vader ontving voor zijn tegenstreven een zoo geducht pak stokslagen, dat hij, na acht dagen ziek te zijn geweest, aan de gevolgen bezweek.
De ellendeling sprong verschrikt op, en wilde om hulp roepen, doch op hetzelfde oogenblik zette ik hem de punt mijner sabel op de keel. »Blijf rustig liggen, o Sid-Moessa," zeide ik, »zoo ge u beweegt, dood ik u." »O! dood mij niet," riep de ellendeling, »genade in den naam van Allah!" »Genade!" vroeg ik en mijn lichaam trilde van woede. »Genade!
Ik was als krankzinnig en ontwikkelde de kracht van een waanzinnige. Men wilde op mij vuren, doch Sid-Moessa riep: »Niet vuren! men moet den hond levend vangen!" Eindelijk brak mijn zwaard; ik had een dozijn soldaten gedood of zwaar gewond.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek