Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
In zijn angst was hij blindelings voortgeloopen en na een paar honderd passen te zijn voortgehold, was hij van de hemelhooge rotsen gestort. Wij vonden hem des anderen daags liggen met verpletterden schedel en badende in zijn bloed. Aldus was het uiteinde van Sid-Moessa; van zijne bende ontkwam er geen enkele. Vreeslijk! zeide de kapitein. Ja, antwoordde de gastheer, maar kon ik anders?
Het is nu ongeveer twee jaren geleden, dat wij op zekeren dag plotseling in onze schuilplaats in het gebergte werden overvallen. Een van onze bende had zich door het goud van Sid-Moessa laten verleiden en onze verblijfplaats verraden. De ellendeling kwam met eene afdeeling soldaten en den Kaïd om ons te overrompelen, en hij had zijne voorzorgen goed genomen. Midden in onze ontspanningen werden wij op eens door een salvo van vijftig geweerschoten begroet, die men op ons loste uit het bosch, dat onze uitspanningsplaats omringde, en dat men in alle stilte had omsingeld n
Sid-Moessa, bevreesd voor de woede van zijne huurlingen, wist, na een paar sabelhouwen te hebben ontvangen, door eene kracht en volharding, die alleen de wanhoop hem schonk, de steile rotsen te beklimmen en naar boven te komen. Mijne krijgers lieten hem begaan, zeker als zij waren hem in handen te zullen krijgen.
Vermomd in alle gedaanten was ik overal tegenwoordig, drong overal in en kwam alles te weten. Zoo was ik, de arme koerier, opeens de alom gevreesde rooverhoofdman geworden, voor wien elke rijke ellendeling beefde. Sid-Moessa, die in den nacht, dat wij zijn huis plunderden, tot zijn geluk was ontvlucht, had ik sinds dien tijd te vergeefs getracht in handen te krijgen; telkens ontsnapte hij mij.
Hij kocht de schoonste jonge meisjes der armen met zijn geld, en liet hem, die zich bij hem om hulp aanmeldde of zich kwam beklagen over de eene of andere onrechtvaardige daad zijner lieden, met stokslagen wegjagen. De Kaïd, die met hem heult, is even slecht als hij en staat geheel onder den invloed van Sid-Moessa door het geld, dat hij hem verschuldigd is.
Bij al mijn werken, bij mijn hard lot was zij het eenige, dat mij kracht gaf tot het volbrengen van mijn plicht, Rahmana, naar wier bezit ik haakte, gelijk een goed Mahomedaan naar het Paradijs. De tijd door haar vader voor ons huwelijk bepaald naderde snel, en welhaast zou ik mijne bruid als echtgenoote naar mijne woning voeren. Toentertijd woonde te Tanger een rijke Moor, Sid-Moessa genaamd.
Hij was een rijke wellusteling, die zijn harem opvulde met alle schoone meisjes die hij maar kon machtig worden. De vader van Rahmana, die van Sid-Moessa afhankelijk was, had dikwijls gesproken over de schoonheid zijner dochter, en dit was door het een of ander toeval aan Sid-Moessa ter oore gekomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek