Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Ook heeft zij met de beste intentiën ter wereld mij ridderlijk bedorven, daarin dapper geholpen door sergeant Rolf, die geen grooter pleizier had dan op mijne wenken te vliegen, en die eerder insubordinatie zou hebben begaan tegenover zijn kolonel, dan te weigeren iederen dollen inval van zijn 'kleinen Majoor, zooals hij mij noemde, te gehoorzamen.

Sergeant Mac Neil en Goûmi waren met ziel en lichaam gehecht aan kolonel Munro. Na in al de oorlogen van Indië aan zijne zijde gestreden te hebben, na hem te hebben bijgestaan in zijne vruchtelooze pogingen om Nana Sahib weder te vinden, hadden zij hem in zijne afzondering gevolgd en zouden hem nimmermeer verlaten.

Onderweg zeide de sergeant glimlachende: "Ik doe u gaarne uitgeleide, gij twijfelt daar zeker niet aan; maar waarom scheen mijn gezelschap nu zoo bijzonder veel prijs voor u te hebben? Gij zijt vervaard van de zotten en gaat liever met twee dan alleen tot aan de palen der gemeente? Bedrieg ik mij?" "Neen, het is wel zoo," antwoordde de fourier half beschaamd.

Ik kwam toen op het denkbeeld den sergeant te vragen of hij voor zich alle idée van wraak had opgegeven, in een woord, of hij meende dat Nana Sahib werkelijk dood was. »Neen," antwoordde Mac Neil mij onbewimpeld. »Ofschoon ik geen enkel bewijs voor mijne meening heb, geloof ik niet en kan ik niet gelooven, dat Nana Sahib gestorven is zonder gestraft te zijn voor zooveel misdaden! Neen!

Hij doet alles met ons mee; de officier ziet of onze ransels goed hangen, de sergeant of ze wel model gepakt zijn. Met den sergeant wonen de soldaten in één straat, en ze kennen zijn meisje; het gemeenschappelijk ontzag voor den officier verbindt manschappen en onder-officieren.

De oude sergeant stond met verbazing naar hem te kijken, even het hoofd schuddend en in zich zelf mompelend: »'t Is toch een rare snuiter!"

Toen de politiemannen de galerij du Cadran verlieten, meenden zij gerucht van voetstappen in de richting van het ringriool te hooren. 't Waren inderdaad de voetstappen van Jean Valjean. De sergeant, aanvoerder der ronde, had zijn lantaarn omhoog gehouden, en de escouade had door den nevel naar den kant geschouwd, van waar het gerucht was gekomen.

De grootvader hield zich nochtans bij zijn meening en zeide: "Hij is verliefd; ik ken die dingen." Marius was nu en dan afwezig. "Waar zou hij toch heengaan?" vroeg tante. Zijn reisjes waren altijd van korten duur. Eens was hij naar Montfermeil gereisd om den last te vervullen, dien zijn vader hem had achtergelaten, en had er den ouden sergeant van Waterloo, den herbergier Thénardier gezocht.

Natuurlijk was, toen de onder-officiers te zamen bij eene tafel hadden plaats genomen, het eerste onderwerp hunner redekaveling de wonderlijke zinnelooze, die daar juist was weggegaan. De sergeant legde hun uit, wat hij over dezen man had vernomen.

Aan de vier hoeken bevonden zich vier kleine vertrekken, bewoond door sergeant Mac Neil, den machinist, den stoker en den ordonnans van kolonel Munro; vervolgens waren er van achteren nog twee andere vertrekjes, het eene bestemd voor den kok, het andere voor den oppasser van kapitein Hod; eindelijk nog andere vertrekken, die dienden tot berging van wapenen, tot ijskelder, bagagekamer, enz., en allen uitkwamen op het verandabalkon van achteren.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek