United States or France ? Vote for the TOP Country of the Week !


’t Valt me geducht mee”, antwoordt Schröder en klapt met zijn rechterhand, zachtjes applaudisseerend, in den linker, als hij Harpagon het eerste bedrijf hoort sluiten met de ernstig-comisch gezegde woorden: „Wat ’n juweel van ’n knecht!

Hij wou zich niet eens uitkleeden, ’k heb gauw een vigelant laten halen en hem een van de knechts meêgegeven, om zeker te zijn dat hij goed thuis kwam.” „Zei hij nog wat Hostein?” „Niets, Mevrouw! geen woord, hij was compleet suf.” „Ik ga morgen dadelijk eens naar hem kijken, Schröder.”

Haastig grijpt de oude man naar de leuning, en terwijl de vale bleekheid, die zijn gelaat had overtogen, plaats maakt voor een congestieusen blos, wankelt hij een oogenblik en neemt dan plaats. „Ik weet niet wat mij mankeert, meneer Schröder, maar in den laatsten tijd heb ik telkens van die duizelingen, en daarom ben ik zoo vrij om....” „Wel, m’n goeie man, geneer je niet, neem je gemak.”

Toen eindelijk alles gedaan was, stonden de Directeur, Hostein en mevrouw Groote in de Directiekamer nog een oogenblik te praten. Zij waren alle drie nog onder den indruk van het voorgevallene. „Jammer, doodjammer, treurig afgeloopen”, zei Schröder, en Hostein voegde er met een weemoedigen blik bij: „Wat ’n eind voor ’n artist; ’t is om ’t te besterven!”

Een trek van innige goedhartigheid siert mevrouw Grootes gelaat, als zij den ouden man familiaar onder den arm neemt en tot den Directeur zegt: „Excuseer ons, Schröder; wij gaan koffiedrinken.

Ga nu nog een oogenblik zitten, dan kalmeer je heelemaal. ’k Heb zoo’n voorgevoel, dat je van avond een succes zult hebben.” Hostein geloofde zelf niet wat hij zei, maar ’t goede hart, dat hij zijn ouden leermeester toedroeg, deed hem zoo spreken. „Hum!” ging hij voort, „ik heb van morgen nog van Schröder gedaan weten te krijgen, dat de souffleur vanavond vrijaf heeft.”

Oude heer,” had de Directeur Schröder hem gezegd, terwijl hij hem gemoedelijk op den schouder klopte, „ik vertrouw, dat je ’t verstandigst handelt door zelf met de lijsten rond te gaan. Geloof me, wanneer de menschen jou zien, zullen ze bepaald voor een paar plaatsen teekenen,

Zeg, Schröder, zou je hem niet iemand meegeven, de trap af?” Mevrouw Groote vraagt ’t fluisterend, maar Walten heeft het toch verstaan en zegt haastig: „Och! asjeblieft niet; ’t is nu heelemaal over. Ik begrijp ’t wel: ik ben van morgen al vroeg de deur uitgegaan, de bakker was er niet geweest, en.....”

Men noemde hem skrodare, schroder, schröder, schreuder, schrader. Nog heden is het woord skroar, uit het oude skrodare saamgetrokken, in Friesland in volle gebruik om den kleêrmaker zoo wel als zyne vrouelike kunstgenoote, de naaister, aan te duiden. Hier en daar in de saksische gewesten wordt de kleêrmaker ook nog wel schreur, schrör genoemd.

Meneer Schröder, ik ben genoodzaakt om u te verzoeken om..... ’k Heb dringend geld noodig; ’t is ellendig, dat ik zoo krap zit, maar ik moet van avond huur betalen; anders....” „Heb je veel noodig?” „’n Kleine zeventig gulden, en dan heb ik zelf nog niets: ’k heb nog een paar kwartjes in huis.