Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Talrijk zijn de nederlandsche geslachtsnamen, die hunnen oorsprong aan dat oude skrodan, schrooden ontleenen; b. v. Schreuder, dat zeer veel voorkomt, Schreur, Schrader, Schroor, als oneigenlike vadersnaam Schreuders en Schreurs, zoo mede het hoogduitschformige Schröder of Schroeder. En de kousemakers formden toen eene byzondere afdeeling van het kleêrmakersgilde.
Men noemde hem skrodare, schroder, schröder, schreuder, schrader. Nog heden is het woord skroar, uit het oude skrodare saamgetrokken, in Friesland in volle gebruik om den kleêrmaker zoo wel als zyne vrouelike kunstgenoote, de naaister, aan te duiden. Hier en daar in de saksische gewesten wordt de kleêrmaker ook nog wel schreur, schrör genoemd.
Skrodar, skroar, schröder, schreur beteekent letterlik: snyder. Het oud-friesche werkwoord skroda, oud-vlaamsch schrooden, thans schrooien, is snyden, afsnyden. Den franschen koning Filips die een geldsnoeier was, noemen de oud-vlaamsche geschiedschryvers Filips de munteschroodere of munteschrooier.
Woord Van De Dag