United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch meester had volstrekt geen plan om de jongens te straffen; hij wilde hen eens ernstig over dat stil uit school blijven onderhouden. Hoe hij het aanlegde heb ik nimmer vernomen, maar een buurvrouw, die voor het raam stond, dat op het schoolplein uitzag, had de knapen alle drie zien schreien, toen ze een kwartiertje later dan de andere kinderen uit school kwamen.

Maar deze pogingen om haar aan het schreien te krijgen waren volkomen vergeefsch, totdat zij ten slotte het hoofd van haar man in haar schoot legden en haar zeide dat zij hem moest kussen alsof hij nog in leven was; toen begonnen hare tranen in stroomen te vloeien.

Ik hoorde mevrouw King schreien en mijnheer King heel hard spreken, en Grace en Ellen keerden hun gezicht af, toen ze mij voorbijgingen, om niet te laten zien hoe rood hun oogen waren. Ik vroeg natuurlijk naar niets; maar 't speet me zoo voor hen allemaal, en ik was eigenlijk blij, dat ik geen broer had, die slechte dingen deed en de familie onteerde. Ontzettend lijkt me dat."

Wees gerust, 't is niet erg. Leg een oliekoekje op uwe wonde, het zal een gebakken pleister zijn, antwoordde Uilenspiegel. Maar weet gij hoe die van Leuven worden geheeten? Gij weet het niet, mijn arme vriend? Hewel, ik zal het u zeggen, maar gij moogt niet meer schreien.

Daar geen dezer plagerijen de gewenschte uitwerking had, Oliver aan het schreien te brengen, spande Noah zich in om nog grappiger te zijn, en met dat doel deed hij wat vele domkoppen met veel grooter naam dan Noah dezer dagen nog wel doen als zij geestig willen zijn: hij werd persoonlijk. »Weesjongenzei Noah, »hoe is 't met je moeder?« »Zij is doodantwoordde Oliver, »zeg niets van haar

Toe, paatje, toe vertel eens alles." "Kleine, lieve kaboutertjes, hoe kan ik zoo gauw op alle vragen antwoorden? Neen, praten kan ze nog niet, dat moeten wij haar nog leeren. Ze kan nu eigenlijk nog maar alleen slapen, drinken en schreien." "Schreien is praten, paatje?" "Vindt moesje 't prettig, dat het zusje er is?" "En Jaap?" "Jaap ook.

In een naburigen berg hoort men steeds een kindje schreien, dat door de moeder verlaten werd. Deze had in een grot hoopen goud en kostbare steenen gevonden, waardoor ze haar kind vergat en de plaats niet kon terugvinden, waar ze het gelaten had.

Haar gelaatstrekken verwrongen zich en zij begon te schreien; zij antwoordde slap en zuchtend: "'t es goed, 'k zal om ou geld goan," en als in een droom nam ze 't lampje van de tafel en ging er mee in de kamer waar haar geld was, zonder zelfs te denken dat zij hem in de duisternis van de keuken alleen liet.

Met wankelende schreden zocht ze de richting van die stem, ze voelde dat men haar van achteren voortduwde, ze sloot de oogen, deed twee schreden vooruit, en haar krachten begaven haar. Ze liet zich op den grond vallen, eerst op de knieën, dan zittend. Een schreien zonder tranen, zonder kreten, zonder weeklagen, deed haar lichaam stuiptrekken. 't Was de kazerne.

Als hadden de latijnsche zinnen een stillende kracht bezeten, hielden beide echtelieden op met schreien en gingen naar hem toe, wachtende van zijn lippen den raad, gelijk indertijd de Grieken het reddend orakel verbeidden, dat hen zou verlossen van de invallende Perzen. "Waarom schreien jullie? Ubinam gentium sumus?" "Je weet 't bericht van 't oproer..."