United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niemand had er eenig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was. «Het is zoo vreeselijk koud, dat mijn lichaam er van kraaktzei de sneeuwman. «Zulk een wind kan iemand wel leven inblazen.

Mijn bleeke vriend, de Dood, de groote Bevrijder had nooit zoo iets schoons beleefd. Want wel waren er die schreiden bij Ferdinand's sterfbed, maar de zieke zelf glimlachte tegen den man met de zeis, toen hij zich op den rand van het bed zette, en zijn moeder luisterde naar zijn laatsten snik als een liefelijke muziek.

Zij zal zich niet voortdurend bemoeien met anderen, of dien anderen vragen aan haar gelijk te zijn. Zij zal hen liefhebben om hun verscheidenheid. En toch, al zal zij zich niet met de anderen bemoeien, zij zal allen steunen en helpen, zooals iets schoons ons helpt door te zijn wat het is. De persoonlijkheid des menschen' zal wonderwerkend zijn, even wonderwerkend als de persoonlijkheid eens kinds.

De kennis der Nederlandsche taal is voor ons een onuitputtelijke bron van genot; zij ontsloot voor ons zooveel schoons, van welks bestaan wij te voren geen flauw vermoeden hadden. En dat mooie van andere volken nu, zouden wij o zoo zielsgraag geven aan ons eigen volk, niet om zijn eigen mooi te verdringen, te vervangen door vreemde, maar om het te veredelen!

Hebt gij nooit opgemerkt, dat, als wij verzen lezen in een taal die wij niet heel goed kennen, zij ons veel mooier voorkomen dan zij werkelijk zijn? Ik weet het waarachtig niet, hernam hij, maar die Kaukasus verveelt mij in de hoogste mate. Neen, dat vind ik niet! Voor mij heeft de Kaukasus veel schoons, maar in anderen zin...

Dat was, met het herhaaldelijk verwisselen van reisgelegenheid, een zeer vermoeiende tocht, waarop geen van ons beiden was voorbereid. Doch de tocht van Silliguri tot Darjeeling, den tijd dien wij in het bergtreintje doorbrachten, biedt zooveel schoons, dat wij onze moeheid geheel vergaten en geen berouw meer gevoelden over dit laatste uitstapje in Britsch-Indië.

Aan dit hof, rijk aan al het schoons, dat eene weelderige verbeelding en een romantische geest het konden schenken brengt Chrétien de ridders, wier namen hij met dien van Arthur verbonden heeft, en wier lotgevallen in belangrijkheid veelal uitsteken boven die van hun vorst. Arthur wordt het middelpunt, dat hen allen te zamen houdt.

Ons voorjaarslandschap, zietdaar wél schoonheid. Niet de schoonheid der ontroerende pracht, maar de schoonheid der schaterlachende vreugde. Menig ander oord heeft schoons, dat wij in Noord-Holland derven. Doch dit hebben wij: te ademen in het land van licht en ruimte.

Want het Brabantsche landschap heeft veel zelfstandig schoons. De toon der Noord-Brabantsche natuur heeft iets eigenaardigs, geheel anders dan elders op de zandgronden in ons land. Men ziet, men proeft, men ruikt en gevoelt het, dat men in Noord-Brabant is, zonder dat men zich in bijzonderheden rekenschap kan geven, waardoor.

Terwijl Constantijn met haar aanzat, begon hij haar vol bewondering te beschouwen en gaf in zich zelf toe, dat hij nooit zoo iets schoons had gezien en dat het de hertog zeker te vergeven was en ieder ander, die om zulk een schoonheid te bezitten, verraad pleegde of een andere lage daad. Doordat hij haar telkens aankeek en haar steeds meer bewonderde, overkwam hem hetzelfde als den hertog.