Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Hij schildert hen als ware dagdieven. "In het zweet huns aanschijns iets te verdienen, wat zij door geweld verkrijgen kunnen," zegt hij, "houden zij voor zwakheid. Zij waren bezwaarlijk zoo gemakkelijk te overreden het land te bebouwen als wonden te verdienen. Als zij niet ten oorlog of op de jacht gaan, is bij hen zelfs de dapperste werkeloos.

In levendige trekken schildert de schrijver een schipbreuk en bespot daarbij de dwaasheid der menschen, die, in plaats van in de bange ure van den dood op God te vertrouwen, hun toevlucht nemen tot allerlei Heiligen, geloften afleggen, die ze toch niet van plan zijn te houden.

Hij werd de voorstelling van het goddelijk voedsel, waarvan de goden en de gelukzalige gestorvenen leven. Maa was de god van het gezicht. Men schildert hem als een man, met een oog boven zijn hoofd, af en dit is eveneens het symbool van zijn naam. Setem was de god van het gehoor en bij hem wordt zijn hoofd door een oor gekroond. De planeten werden eveneens als goden beschouwd.

In elk zijner meesterstukken schittert zijn talent en verlicht oordeel, als hij met bevallige losheid tafereelen uit het Friesche volksleven schildert, en, altoos wisselende naar den eisch des onderwerps, tusschen allerlei onderwerpen heerlijke lessen van levenswijsheid strooit; terwijl hij in alles een meesterschap over de taal betoont, zoo als nog niemand hare kracht en schoonheid had aan den dag gebragt.

Zoo was het in het eerste begin der middeleeuwen, den gouden tijd dezer Westersche Slawen, waarin zich een Slawische patriot zoo gaarne terugdroomt, even als de Duitschers zich nog gaarne den tijd der Germanen, dien Tacitus ons schildert, terug denken. Met Karel den Groote eindigde deze gelukkige tijd. Onder hem kregen zij last van de Duitschers.

Eene, die zoo trotsch is, dat wanneer ze al door uw zuchten zou worden bewogen, ze het toch niet zou laten merken." "Mijn beste Félicia!" riep ik smartelijk. "Waarom schildert ge mij die moeilijkheden zoo onoverkomelijk af? Misleid me liever, dan dat ge mij wanhopig maakt." Bij die woorden greep ik haar handen en schoof haar een diamant aan den vinger van driehonderd pistolen.

Even keek hij op naar Lisatje, die dadelijk, als 't ware boos, den blik van hem afwendde. Woarom niet? hernam jonkvrouw Elvire. Ge schildert heur zeu scheune. En weer keek zij vol aandacht het jong meisje aan en wisselde enkele woorden in vreemde taal met haar gouvernante. 't Es de dochter van Van Belleghem, mijn miester, antwoordde onderdanig Fonske.

Toen Erasmus dit schreef bestond er van hem nog geen ander noemenswaardig boek dan de oudste zeer onvolledige uitgaaf zijner Spreekwoorden. Doch het komt mij voor dat de boozere brief de eeuw en de verhoudingen juister schildert. Meer dan twintig jaren heeft hij prinses Anna overleefd, en lang vóór haar dood hadden zij elkander voor goed uit het oog verloren.

Ik weet van eene onderwijzeres, eene kennis van ons, dat 't oudste meisje dolgraag studeeren wil. Van haar zelf wist ik, dat ze o zoo graag Europa zou willen zien. Het tweede meisje is ook een lief, aardig kind. Een paar jaar geleden zijn ze hier bij ons geweest; toen ze thuis kwamen, hebben ze direct schilderen geleerd, en nu schildert de jongste keurig.

Het nageslacht van Seth, aan Abels spoor getrouw, Was veeteelt meer geneigd dan straffen akkerbouw, En plach, van erfgrond wars en vaste landverblijven, Door 't onbeheerschte veld zijn kudden om te drijven; Maar stond den Kaïniet, op zoetheid van 't bezit Verslingerd, en weldra op roofgenot verhit, Ten doel, wen deze, stout in 't aangeschoten wapen, Den herder dolend trof, onweerbaar als zijn schapen, En, als een wreede gier of havik, op zijn prooi Geschoten, nederwierp in 't midden van zijn kooi, En plonderde, of verdreef, of in zijn bloed deed baden, En de opgevangen roof, den schouder opgeladen, Zich eigende, als het recht der strijdkolf in zijn vuist; Of wen hy, met een' troep van roovren, onbesuist, In plaats van in 't gebergt den woudos af te jagen, De velden afliep, kudde en manschap voor zijn slagen Als slachtvee henendreef en omdeelde als zijn buit, Wie drukt de onmenschlijkheid der dolle hebzucht uit, Of schildert d' overmoed, als ze eenmaal, losgebroken, De teugels afschudt? als in 't bruischend hart aan 't koken, De drift zich uitzet en het zuizlend brein besmet!

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek