Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Ik, die daar geene ruzie voor overhad, nam altijd genoegen met mijn aandeel; maar ik begon nu ook te bemerken dat men misbruik ging maken van mijne inschikkelijkheid en mijne portie dagelijks kleiner werd. Toen nu reeds de dertiende chef zijne betrekking had neergelegd, bood ik mij daartoe aan en werd met blijdschap aangenomen.

Neen, ja, maar dominee zat aan de preek. 't Kos niet schêlen d'r was hoast bij, groote hoast. "Toch geen zieken in huus?" "Neen." "'En kiend gekommen?" "Neen neen." "Ruzie?" "Neen neen!" Moar domenei most ie sprêken eer 't te loat was. Eer 't te loat was....!

En luid sprekend, bijna roepend, vroeg hij Mimi een dans. Bernard keek naar Betsy, die in een hoek van de zaal, zich loom bewaaiend, zat te praten met een ander meisje. Hij zag ook aan haar dat ze 't land had, hij kende nog dat gemelijke wenkbrauwfronsen van haar. Ze hebben zeker ruzie gehad, zei hij in zich zelf. En op hen beiden lettend merkte hij ook al gauw dat ze elkaar niet aankeken.

In die houding begon ze te huilen, niet omdat ze zich gestooten had dat dee wel pijn dat was minder om de ellende van 't leven om die man die d'r gevraagd had om de ruzie van vanavond om al de beroerdigheid om 't béést d'rnaast... Ze liet zich afglijen van den stoel, lag met het hoofd op d'r rokken en kousen. Ze snikte niet lang.

De vrouwen bespraken levendig het geval en eindigden met ruzie te maken over een verloren varken, dat Rufa beweerde teruggevonden te hebben door de tusschenkomst van den heiligen Antonius terwijl anderen zeiden dat ze een andermans varken voor 't hare had aangezien en verkocht!

"Er is geen ruzie ter wereld, moeder Jaspersz!" zeide een der boeren: "daar is Melisbuur, die u ongetrouw wordt en eens effentjes een vriendelijk bezoek wil gaan afleggen bij de deerne, die hier t' avond gekomen is." "En denkt gij, leelijke slungel," vroeg de waardin, met de handen in de zijden naar Melis toestappende, "dat ik dat van u velen zou?

De boer, die gezongen heeft van "Hier... hebbie... nou die kleine Jan" , kijkt naar het plankje met chocolade-tabletten en amandelen, dat de koopman voor z'n buik draagt. "Wat hé-jij daar in je klauwen?" snauwt-ie met al de brutale, logge zekerheid van 'n sterken boer met 'n mes-op-zak. "De khoopman heit van alles," lacht het joodje, zachtjes, verlegen, bang voor ruzie.

Scheer je naar de hei, jij voddenraper...." En Willem met gebalde vuist voor haar: "Nog een woord, zeg! Jij, kakkerlak! en ik...." Maar de groote lieden waren toe geschoten. "Is me dat een ruzie hier; schaamt je...." De kinderen kregen geld, de jongens harde woorden. Dan gingen ze uit elkaar. Maar Willem keerde zich nog eens naar de meisjes om en riep woedend: "Wacht maar!"

Zoo liepen ze nog een poosje door, onder den vaag-benauwenden druk van die gedachten; de omgeving scheen hun somber in 't bleeke licht van den laten namiddag vale dampen kropen langs den hemel op, rook van de stad; de dalende zon ging, donkerrood, er bijna achter weg en de stads-geluiden, heesche venters-roepen, 't brutale joelen van kinderen op straat, klonken als ruzie, onheilspellend.... Ze zeiden niets....

Zij genoten nog lang van elkaars aantrekkelijk gezelschap, behandelden alle mogelijke onderwerpen, vertelden moppen en fluisterden zinnelijke opwellingen, waarbij ze vertrouwelijk knipoogden. Menig glas werd nog gedronken en menige dure sigaar gerookt. Wat Mijnheer bijbleef was het vreemd geval dat zij ruzie hadden gekregen bij de betaling van dit uitspanningsken.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek