Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
De glans van het roode schermhoedje op den kandelaar verlichtte, langs onder, hare kin en de zachte welving van hare wangen. Rupert bleef stil. Hare stem zonk. Ik verlaat u, en gij bemint me nog. De nacht is in mij, en gij bemint me nog. Zoo hebt gij u misrekend.
Den zoon, dien zij stervende hem schonk, leidde hij met groote zorgzaamheid op. Hij gaf hem talrijke en bekwame meesters; maar het bleek weldra dat de scherpe, zeer bijzonderlijke gevoeligheid van den jongen Rupert niet met de schranderste pedagogie te behandelen was en dat hij zich, als het ware geheel buiten het bereik van zijne opleiders, op eigen krachten ontwikkelde.
Gekheid, sprak Rupert, die nu almeteen vreemd-ernstig was geworden en wiens stem met zonderlinge klankentraagheid luidde; ik dacht niet aan u. Ik dacht aan mij. Ik dacht zoo .... dat ik wel wou verliefd zijn, hoe tijdelijk ook .... Is uw leven eentonig? Juist. Het is eentonig. Ik houd anders wel van eentonigheid .... wanneer ze mooi is als een zomernacht en diepzinnig als een zeehorizont.
Na den dood van zijn vader, een Weener diplomaat, had Rupert Sörge, op twee-en-twintigjarigen leeftijd, Praag verlaten om te reizen. Zijne moeder had hij nooit gekend. Zij was, eenige dagen na zijne geboorte, gestorven, en hij wist van haar wat hem eeniglijk een ovaal medaljon-portret te kennen gaf.
Alles wat gebeurde, was hem zoo ongewoon, zoo averechts, dat hij geen orde meer voelde in zijn eigen handelingen. Hij deed net als een dronken man: hij probeerde te vergeefs. Rupert Sörge lag achterover in een soort van korte sofa. Zijne beenen, uitgestrekt, waren overeengelegd en het licht van den ronden kandelaber tikte op de toppen van zijne verlakte schoenen.
Ernest was zeer bleek, terwijl hij, schor en hortend, de voorstelling deed. Buigend vóor Sörge: Ik ben gecharmeerd, zei Milly, ik hoorde u zoo dikwijls reeds roemen. Ik hoop dat nu ook te kunnen doen. Francine beefde zonder reden, sprak niet. Ik dank u, sprak Rupert; mijn vrouw en ik stellen uwe kennismaking zeer op prijs en niet het minst om wille van Ernest.
Kijk! fluisterde Sörge, even ontzet, ginder staat Peter.... Peter stond tegen een zijpilaar van de gaanderij en, zijn zwart hoofd boven alle kleuren uitstekend, blikte zoekend rond. Ernest zag de onrust van dat hoofd, en ineens beefde duidelijk om hem de zonderlinge gichtigheid welke hij, den avond door, in Sörge's bijzijn had gevoeld. Hij zoekt, Rupert, zeide hij, redeloos bleek wordend.
Hij wilde Vere verwijten dat zij voor hem niet zijn kon wat Francine voor Rupert was, maar hij voelde te klaar de wreedheid van zijn eischen om het haar met een moedig woord naar het hart te slingeren. Hij beproefde, in den beginne, om haar het licht, de elegantie en de uiterste gevoeligheid van Sörge's huwelijk te doen inzien.
Hij deed het gewillig, toen juist Rupert Sörge de deur openstak. Sörge boog, wachtte. Kom binnen, verzocht Francine minzaam; hier hebt ge Oomken, die ondeugend is. Ze werd naderhand weer zwijgend en ernstig, tot ze al lang te paard was gestegen en onder de doorzichtige olmen om de stad voer over de lanen.
Francine jammerde: Rupert is weg! .... Hij heeft geschreven dat hij voor altijd weg was .... O, Ernest, kom bij me! .. O, hij is weg met haar, met haar! .... O, ik ben bang.. Vere! Vere! .... O! wat moeten wij nu doen! .... En Vere, die .... die .... Door eigen verdriet vertroebeld, verstond haast niemand wat zij in hotsende roepen uitschreide.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek